donderdag, maart 19, 2009

Hans en Gretl pakken de accordeon

Toen we twee jaar geleden op sneeuwvakantie gingen, stonden de kranten vol met global warming. Net in die winter viel er amper een sneeuwvlok in de Alpen. Wintersporters klaagden steen en been, behalve over het weer, want het was lekker warm op de piste.

Zittend in de skilift zag ik dat jaar de nabije toekomst helemaal voor me. Nog even, en dan staan deze liften er verloren bij, brengen ze hooguit nog een wandelaar richting de groene top.

Het blijkt toeval geweest te zijn. Recordhoeveelheden sneeuw zijn er dit skiseizoen naar beneden gekomen. Wintersporters klagen natuurlijk nog steeds steen en been – veel te veel sneeuw op de piste.

Wij gingen vorige week naar Mayrhofen, zo waren we na een uitgebreide zoektocht overeen gekomen.

Is toch altijd lastig, een goeie plek vinden. Veel meer dan bij een zonvakantie moet je veel factoren meewegen. Aantal kilometers piste, sneeuwzekerheid, accommodatie, afstand tot de piste, bereikbaarheid, de lijst is eindeloos.

Zo keken wij op zeker moment over de schutting bij Landhaus Staudacher, dat wordt gerund door Hans en Gretl. Sprookjesachtig.

Hans is gangmaker en tevens skileraar, las ik op de website. Gangmaker. Die pakt ’s avonds de accordeon.

Een andere optie heeft kamers met een praktische indeling. Dat de een dus even de plee in moet als de ander er langs wil.

Uiteindelijk werd het dat hotel in Mayrhofen, een allerschattigst dorpje in het Tiroler Zillertal dat hoe langer hoe meer wordt opgegeten door lallende jeugd. Prima dus.

Op weg ernaartoe vroeg ik me af hoe vaak Mayrhofenaren de grap maken dat ze even in een dalletje zitten.

Een stop bij een Rasthof toont dat je in Duitsland in elk geval nooit neerslachtig hoeft te zijn. Op een advertentie boven een pisbak glimt een rode Ferrari, eronder de tekst Jetzt in Deutschland! Goedkope antidepressiva, één op één in de markt gezet voor truckers met existentiële twijfels.

Denk daar maar eens een minuut of vier over na.

Inmiddels zijn we weer thuis. Mee uit Oostenrijk kwam het voornemen iets aan de buikspieren te doen. Een notie die bij elke hobbelende piste sterker was geworden.

Het is een goed voornemen, dat zeker. De lente klopt voorzichtig aan de deur, voor je het weet sta je je buik in te houden op het strand. Ik krijg het er globaal warm van.
.

vrijdag, maart 06, 2009

This is it en dat was dat

Ineens was ie daar weer, tafkatkop – the artist formerly known as the king of pop. Michael Jackson. Op een persconferentie in Londen kondigde hij een serie concerten aan.

Om met het belangrijkste te beginnen: zijn uiterlijk viel me nog niks tegen.

Ik had met veel erger rekening gehouden. Had gedacht dat zijn neus er inmiddels af zou zijn gewaaid. Had verwacht dat ie zijn haar had geblondeerd. Had vermoed dat zijn huid nog weer wat lichter was geworden.

Het had me ook niet verbaasd als ie als een soort ET het podium had betreden. Had prima gekund. Dag Michael. En hij dan zijn vinger omhoog en wij raden wat hij bedoelt.

Vijf minuten, langer verscheen hij niet voor de horde fans en journalisten, en eigenlijk was het meteen weer precies als vroeger, toen ie nog wel eens muziek maakte en nog optrad.

Gekleed in een militaristisch aandoende lange jas gedroeg hij zich zo zonderling mogelijk. Je moet toch doen waar je goed in bent.

Een van de mooie dingen aan Michael Jackson is toch zijn unieke garderobe. Je hebt de look-a-likes van Michael Jackson, maar verder zul je nooit iemand tegenkomen in kleren die lijken op de zijne.

Het was geen mode toen hij ermee begon en dat is het nog steeds niet.

Zijn kledingkeuze doet vermoeden dat Michael Jackson liefst president was geworden van een eilandstaat ergens bij de evenaar. Een staatje met lekker veel kinderen, chimpansees en draaimolens. Grote zonnebril op en regeren maar.

Aan de persconferentie zelf kon je merken dat Michael Jackson een goede tekstschrijver heeft. Eentje die hem door en door kent. Eentje die weet dat je hem niet al te veel ruimte voor eigen invulling moet geven, omdat het dan gierend uit de klauwen loopt.

Als je tegen Michael Jackson zegt dat ie een half uur krijgt om een groep mensen toe te spreken, dan vult hij de tijd moeiteloos met I love you’s, think about the children’s en we are the world’s.

Zijn tekstschrijver had hem daarom voor de aankondiging van zijn reeks concerten een tekst meegegeven van welgeteld drie woorden. This is it.

Michael Jackson kwam op, maakte een vredesteken, zwaaide wat met zijn armen en zei toen heel vaak die drie woorden. This is it. Elf keer in vijf minuten. En dat was dat. Goeie tekstschrijver.
.

woensdag, maart 04, 2009

Dat is de kracht van Menigteman

Een tijdje geleden was het in het nieuws: chaos aantrekkelijker dan wachten in rij. Het is onderzocht en dus is het zo: klanten staan liever te wachten in een ongeorganiseerde meute dan dat ze netjes achteraan aansluiten in een rij.

Mijn reactie op dit nieuws laat zich goed vergelijken met de reactie van de gemiddelde veertiger op een show van Youp van’t Hek in 1994. Zooo ontzettend herkenbaar!

Het is immers ontzettend logisch. Als er een rij staat, weet je zeker dat al die mensen die er eerder dan jou stonden ook eerder worden geholpen.

Hoe dan ook, ik ben sowieso gek op meutes, evenals op hordes en bendes. Een overvolle stad op zaterdagmiddag? Ik zie het als een kans. De Ikea op Tweede Paasdag? Uitdaging!

Laat me achter op een ochtendmarkt vol schreeuwende visverkopers en traag waggelende meloenknijpende bijstandsmoekes en ik leef op.

Ik ben bedwing de massa’s. Ik ben Menigteman!

Het is nog niet zo lang dat ik weet dat ik Menigteman ben. Eigenlijk nog maar kort. Ik kwam er achter door nauwelijks opmerkbare signalen. Minieme uitingen van mijn talent. In jargon: kleine dingetjes.

Een spoor van huilende baby’s – klein dingetje. Tollende omaatjes als ik passeer – klein dingetje.

Het gaat mij als Menigteman allemaal om het relatieve verschil. Zolang ik harder ga dan de massa, ben ik in mijn element. Een fietspad in de ochtendspits vol mensen met haast, pezend op de pedalen – ik laveer er omheen. Laat ze allemaal achter me.

Een groep bioscoopbezoekers die in de pauze allemaal tegelijk een beugel Grolsch, een liter cola en een emmer popcorn willen bestellen – ik breng mijn ellebogen in stelling en overwin.

En zo gaat het overal. Ook voor de kassa.

Een rij, daar kan ik niks mee. Als Menigteman moet ik massa’s hebben. Een deinende meute vol mensen met klotsende oksels en een van ergernis en uitputting doortrokken gelaat. Ik scan de situatie, bepaal mijn positie, en laat de concurrentie achter me.

Alhoewel niet iedereen Het Talent heeft, zijn er natuurlijk meer die de mogelijkheden zien van een zooitje bij de kassa. Zonder rij kunnen ze allemaal proberen de eerste te zijn die wordt geholpen na Menigteman.

Zelf zorg ik er als Menigteman voor dat ik in vorm blijf. Om mezelf te blijven ontwikkelen ga ik bijvoorbeeld komende week op trainingskamp naar Mayrhoven. Daar hebben ze niet alleen knetterdrukke pistes, maar ook uitpuilende kroegen vol overvolle pullen bier en massa’s Apfesltrudel.

Menigteman slaat zich daar wel doorheen, let maar op.