Mijn affectie voor het fietskoerierschap duurde meestal niet lang. De fietsende helden werden in de film steevast binnen tien minuten geschept door een terreinwagen gevuld met bandieten, die er vervolgens vandoor gingen met de buit – fietskoeriers vervoeren belangrijke spullen.
Bovendien realiseerde ik me al snel dat je als fietskoerier eigenlijk een soort veredelde postbode bent. Voetballer Danny Koevermans vindt dat een mooi beroep, en er zijn natuurlijk ergere dingen te bedenken, maar toch: postbode zijn is voor mij niet het gedroomde eindstation.
Ik denk ook dat er meer postbodes zijn die liever voetballer waren geweest, dan dat er voetballers zijn die liever postbode waren geweest. Dat is ook al een goede indicatie.
Nu ik er zo over nadenk: er zijn behoorlijk veel verschillen tussen voetballers en postbodes (voetballers maken hun meters in minder uren en verdienen een stuk beter), maar ook zat overeenkomsten.
Neem alleen het bekende postbodevoetbal. Of het feit dat voetballers graag golfen. Dat is ook met een karretje van hot naar her wandelen. Of neem anders Berry van Aerle. Need I say more?
Hoe dan ook, als fietskoerier mag je dan een veredelde postbode zijn, dat wil nog niet zeggen het een droombaan is. Het is heus niet alleen maar lekker op de fiets zitten. Allesbehalve. Je moet nu en dan van je fiets af, om jezelf met klotsende oksels, druipend, lekkend en gutsend van het zweet terug te vinden tegenover een suf mens achter een balie.
Hoi, ik heb een pakketje voor ene meneer Fred, zeg je dan. Waarop je hoort: Oké, doei! Zo gaat dat in het leven van een fietskoerier, de hele dag door.
En dan heb ik het nog niet over al die mensen die aan je vragen: En, kun je het nog een beetje bijfietsen?
Vermoedelijk was de fietskoerier die ik onlangs passeerde ook tot de conclusie gekomen dat zijn baantje niet alles was. Met zijn helm scheef op zijn kop en in een fletse outfit zuchtte hij mij voorbij in een te zware versnelling. Het zweet gutste uit alle poriën van zijn vadsige lijf.
Dit was niet het soort fietskoerier dat ik vroeger voor ogen had. Hij was vast ook niet het soort fietskoerier dat hij zelf voor ogen had, toen hij voor dit baantje werd gepolst. Maar goed, als ie zo door bleef peddelen, dan kon dat misschien nog komen.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten