vrijdag, juni 20, 2008

Het windjack Gods

Of ik wel eens gok, vroeg de man. Ik zat op een stationsbankje en hij kwam naast me zitten. In zijn handen zag ik een foldertje. Lot uit de loterij, stond erop, en ik had nog niks in de gaten.

Ik beantwoordde zijn vraag en vertelde hem dat ik vrijwel nooit gok. Hij bestudeerde zijn blaadje eens, en nog eens, en zei toen quasi-verbaasd: Oh, kijk. Bedoeld wordt niet letterlijk een lot uit de loterij, maar dat in je leven iets kan gebeuren waardoor je erg gelukkig wordt.

Tja, toen voelde ik natuurlijk nattigheid. Terecht, zo bleek: het was een rasechte propagandist voor God, en hij had mij als eenzame reiziger op het station uitgezocht om zalvend te overreden een gesprek aan te gaan met God, of hoe noemen ze dat.

Niet lang na zijn zogenaamde verwondering over het foldertje, speelde hij al open kaart. We hebben het toch maar mooi, hier op Aarde. Maar vraag je je ook wel eens af of dat álles is? Het zou toch raar zijn als er niet meer zou zijn dan dit, vind je niet? Geloof jij dat er meer is?

Ik kon zijn gedachtegang goed volgen: zeker weten dat er meer is dan argeloze reizigers lastigvallen! Maar tegelijkertijd: héél veel meer is er ook niet, dus ik antwoordde van nee.

Daar had hij op gerekend. Ik had hier namelijk te maken met een goed getrainde strijder. Eindeloze rollenspellen moet meneer hebben gespeeld en talloze online cursussen gevolgd, alles ter voorbereiding op zijn belangrijke taak: goddeloze reizigers het licht laten zien.

Het ultieme einddoel van al die arbeid is natuurlijk de hemel, maar zo’n man moet voor God toch zijn wat die iets te sympathieke postbode voor anderen is: heel erg sympathiek dat ie altijd zo opgewekt blijft doorratelen, maar mag het ietsje minder? Als ik God was zou ik me ook afvragen of dat nou wel het beste campagnemiddel is, zo’n pratend mannetje in een windjack.

Het zijn overwegingen waar mijn bekeermeneer waarschijnlijk nog nooit over heeft nagedacht. Geheel volgens zijn uitgestippelde strategie zette hij een joker in. Mensen denken dat de evolutietheorie bewezen is, maar dat is niet zo. Het is een theorie. Die kan net zo goed helemaal niet waar zijn.

In één adem door haalde hij ook de oerknal erbij. Zo’n oerknal, ik denk dan aan chaos, wanorde. Uit zo’n knal kan toch niet zo’n wonderlijke en gestructureerde wereld ontstaan? Hier doelde hij op de bloemen en de planten, en op de schepselen Gods.

Hij ging verder: Daar moet toch een plan achter zitten? Dat kan toch niet zomaar zo zijn? Ik gaf geen krimp. Hij gooide zijn ultieme troef in de strijd. Intelligent Design, wat vind je daar dan van? Hij boog zich enigszins naar me toe. Zijn windjack ritselde vervaarlijk. Maar zoals gezegd: ik gaf geen krimp.

1 opmerking:

Anoniem zei

Weer 's wat anders dan een voet tussen de deur. Zal je net zien dat de trein dan ook nog vertraging heeft... Ik kijk uit naar deel 2 van dit verhaal. Tell me more!