Met pretparken is het een kwestie van opvoeden. Als je de liefde voor glijbaan, waterpret en achtbaan er vroeg in ramt, heb je goede kans een pretfan voor het leven te creëren.
Zo’n opvoeding heb ik niet gehad. Meer het omgekeerde van bovenstaande methode en de gevolgen zijn navenant geweest: ik heb zelden een pretpark bezocht en betrap mezelf nooit op de onbedwingbare behoefte aan een Pegasus of Goliath.
Mijn pretparkbezoeken, of wat daar voor doorging: in groep 4 naar Duinezathe in Appelscha, waar een sloom treintje (De Rups) als spectaculair hoogtepunt door een enorme appel gaat, en rond mijn achtste een keer naar Slagharen met voetbal.
Daar gingen we na een patatje met zijn allen in een wit apparaat dat heel snel ronddraaide, waarbij je ook min of meer over de kop ging. Toen de centrifuge tot stilstand kwam, voorzag Dave het hele ding al kotsend van een kleurtje.
Zomaar een herinnering.
Gisteren heb ik de draad weer opgepakt. Met zijn vieren waren we een dag in Duinrell, een plaats die voor doorgewinterde pretparkers doorgaat als leuk beginnetje. Als aardig opstapje naar het echte werk. Ook geschikt voor de beginnende pretparkbezoeker.
Dat was dus prima voor mij. Want dingen die heel hard van boven naar beneden gaan of die met hoge snelheid ronddraaien, ik heb er niet zoveel mee. Je hoort me niet zeggen dat zo’n groot apparaat me niks doet, maar dat is soms nou juist het probleem.
Voorbeeld. We staan met zijn vieren onderaan een hoog ding waar je vanaf moet glijden terwijl je zit op een rood plastic ding. Het ziet er leuk uit. Beneden krijg je gegarandeerd een natte reet, maar hé, de zon schijnt. Lachen.
Maar dan zit je daarboven op dat stuk plastic, op pakweg vijftien meter van de grond en dertig centimeter van de rand, en dan zie je potverdomme de baan niet eens, zo steil gaat het naar beneden. Dikke fuk.
Eenmaal bijna beneden is het mooi glijden over een laagje water, maar die anderhalve seconde nadat je over het randje kukelde, pfff.
Uiteindelijk was het een mooie dag met tal van attracties die prima te doen waren. Maar de absolute hoogtepunten beleefde ik passief. Zo was er bij dezelfde glijbaan als hierboven een jong meisje – ze zal een jaar of vijf zijn geweest. Tijdens de eerste meters zag ik in haar ogen ware doodsangst.
Ik kon me er van alles bij voorstellen. En ik moest er hard om lachen.
(de foto is van Brigitte Bardot, in die tijd ook een attractie.)
zondag, oktober 12, 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten