woensdag, december 24, 2008

Ontzettend lachen tijdens de Lachen Om Het Online Op De Internets Dagen

Woensdag 24 december 2008. Het weer doet druilerig, lijkt er geen zin in te hebben, maar thank God voor Erwin Kroll, want die vertelt van een front dat eraan komt. Het weer maakt zich op voor een paar koude dagen en nachten. En morgen is het kerst.

Van die dagen.

Zoals de Bijenkorf de Drie Dwaze Dagen heeft, waarop iedereen doelloos afkomt, zo heeft de hele Westerse wereld de Twee Doelloze Dagen, waarop iedereen verdwaasd aankomt.

Iedereen eet zich een slag in de rondte tijdens de kerstdagen. Uit verveling meestal, maar ook omdat na een half uurtje het meeste wel is gezegd tegen de familie – een volle mond is een prima excuus om je bakkes te houden.

Zitten, malen en naar buiten staren. Herkauwen.

Een mooie paradox: mensen die zich graag vervelen, hebben met kerst de tijd van hun leven.

Met kerst staat de hele wereld stil. Maar dikke jippie, want de redding is nabij: internet. De internets! Daar waar de wereld altijd door draait. Daarom, omdat het kan, doop ik, Rutger, de kerstdagen bij deze om tot de Lachen Om Het Online Op De Internets Dagen. Hoera!

Laat ons beginnen met de zogenaamde prankvideo’s – filmpjes die zijn gemaakt door mensen die een ander te grazen namen. Soms zijn ze niet leuk of gewoon suf, soms zijn ze erg grappig. Tip: in studentenhuizen wordt wat af geprankt. Wees daarom slim, zoek op ‘prank roommate’!

Een hele andere categorie vormen de Onbedoeld Grappige Websites. Dergelijke sites zijn erg om te lachen, terwijl dat nooit de bedoeling van de maker is geweest. Neem bijvoorbeeld de site van Ton van den Berg, die de dierentuin van Keulen een 7.9 geeft wegens ‘enthousiaste dieren’.

Op zijn site heeft Ton al zijn vakanties gerangschikt. Die in het rood hebben net even meer indruk gemaakt dan de andere vakanties die zonder uitzondering ook geweldig waren. En de vakanties gemarkeerd met een sterretje waren per vliegtuig. Ton, bedankt!

Tip: Google voor dergelijke sites op termen als ‘eeuwenoude voorliefde voor pindakaas’, ‘penningmeester van de damclub’ en ‘dolle pret’. Succes verzekerd!

Zoals het een zegen is dat George W. Bush straks een out of office-reply heeft, zo is het een pracht dat al zijn rake one-liners her en der zijn bijgehouden. Ook hiermee kun je het prima een paar uur uitzingen tijdens de Lachen Om Het Online Op De Internets Dagen.

De Lachen Om Het Online Op De Internets Dagen zouden de Lachen Om Het Online Op De Internets Dagen niet zijn als er niet ook werd omgekeken. Er is eerder immers zoveel moois gemaakt. Door deze twee mannen bijvoorbeeld. Maar ook door deze man en dit gezelschap.

Tot besluit: het geniale project van Tony B. Het voldoet aan geen enkele definitie van grappig, maar als je doorkrijgt wat je er allemaal mee kunt, lach je je gegarandeerd een ongeluk.

En dat is dat. Maak er mooie Lachen Om Het Online Op De Internets Dagen van!
.

zondag, december 21, 2008

Aadje de Garantie voor Succes

Ja mensen, hulde voor mij. Hoezee! Driewerf hoera: hoera hoera hoera! Ik ben de beste, dat wil zeggen, een van de vijftien besten. Hoe dan ook, ik heb gewonnen. Ik!

De eerste dichtwedstrijd waaraan ik meedoe en meteen de overwinning – wie had dat gedacht?

Vier regels, vier rake klappen, brachten mij de buit: Het Nieuwste Schavot Sportboek, in een wedstrijd die was uitgeschreven door Het Nieuwste Schavot, de sportrubriek die niet voor niets bekend staat als De Gezelligste Rubriek Ter Wereld Aller Tijden. Het ís namelijk de gezelligste rubriek ter wereld aller tijden.

Nu zou ik hier allerlei gecompliceerde psychologische bomen kunnen opzetten over het waarom van de kracht van Het Sportboek, maar dat zou niet zoveel zin hebben. De absolute genialiteit van het boek is namelijk in twee woorden samen te vatten: geniaal bladeren.

Voor verschijnen dacht ik nog: dat zal wel een aardig niemendalletje worden, geinig voor de leuk. Maar nu blijkt dat de samenstellers van de zaterdagse krantenrubriek van de Volkskrant een heavy quality boek van 288 pagina’s in elkaar hebben gedraaid, waarvan elke pagina de moeite waard is. Hulde!

In Het Nieuwste Schavot Sportboek staan natuurlijk de dubbelgangers, zoals hierboven Johan Derksen en Vergeetachtige Jan, Harmen Siezen en Marcello Lippi, Jack en Shrek en Jaap Stam met zijn eigen dubbelganger, een beeld van het Paaseiland.

Het Sportboek bevat daarnaast de onvolprezen cursus voetbaltaal. Daaruit komt het volgende fragment over het scoren van een doelpunt, wat taalkundig dubbelop is, maar voetbaltaalkundig allerminst.

De commentator die zegt dat de spits ‘een magistraal doelpunt scoort’ hoeft geen kritiek te vrezen. (…) Behalve ‘hij zit erin’ of ‘doelpunt’ is het zodoende ook correct om te zeggen: ‘Hij hangt’. (…) ‘Hangt!’ zonder meer is ook goed.

Het gebeurt steeds vaker dat de commentator
(…) volstaat met het meerdere malen herhalen van de naam van de schutter. ‘Dennis Bergkamp! Dennis Bergkamp!!’ De allergrootsten beperken zich tot een eenvoudig ‘Ja hoor, ja hoor!!’, of zelfs ‘Ohhhhhhhh! O ja!!’.

Andere omschrijvingen voor een doelpunt of ‘treffer’: ‘het net laten bollen’ (ouderwets), ‘de bal in het mandje deponeren’, ‘de keeper kansloos laten’, of ‘de bal tegen de touwen schieten’.


Enzovoort.

Natuurlijk bevat het Nieuwste Schavot Sportboek ook tal van opvallende onderzoeksresultaten, boven water gehaald door drs. Broer ‘Pipo’ Jol. Hij ontdekte bijvoorbeeld dat ook in de sportwereld veelvuldig Wikipedia-pagina’s worden gepimpt.

Aan het lemma ‘Johan Cruijff’ is enorm gesleuteld, vooral aan het stuk over het ‘zwembadincident’ (WK 1974). Zo werden de woorden ‘nackte Mädchen’ vervangen door ‘in badpak geklede boerinnen van middelbare leeftijd, wie aan het aquajoggen waren’. (…) Of Cruijff zelf de Wikipimper is, is onduidelijk.

In het lemma ‘Aad de Mos’ werd ook gerommeld. De opmerking dat De Mos ‘de minder vlijende bijnaam Aadje Afkoopsom’ heeft is veranderd in ‘De Mos wordt ook wel Aadje de Kampioenenmaker, Aadje de Garantie voor Succes, Generaal Aadje, Geniale Aadje, Aadje de Trots van Den Haag of Aad het Tactische Meesterbrein genoemd’.

In dit artikel meldt drs. Broer ‘Pipo’ Jol dat niet alle manipulatie even geraffineerd is. Zo staat in het Wiki-lemma van Jaap Stam: Hij vertrok naar Lazio Roma. Daar werd hij in 2001 niet betrapt op nandrolon.

En zo gaat het maar door.

Heerlijk.

maandag, december 15, 2008

Gelukkig waren er de bananen

Het schiet natuurlijk wel even door je hoofd, maar op dat moment denk je er niet echt bij na. Het was ergens in september en Sietse stelde voor een halve marathon te gaan lopen op Ameland. Op 13 december.

Het kan koud zijn op 13 december, ook op Ameland. Sietse haalde me op van de boot zaterdag en wees naar een paar vlaggen verderop. Planken leken het, zo strak stonden ze. Ja, dat was fijn. Windkracht zes en wij moesten onderweg vijf kilometer over het strand rennen. Recht tegen de wind in.

Ameland uit, altijd lastig.

Na de start stuurde de organisatie ons eerst nog het bos in. Daar ging het drie kilometer heuveltje op en heuveltje af, totdat we op het strand belandden. Siberisch, dat was het daar. Een lang lint pioniers trok er door onherbergzaam gebied.

De temperatuur schommelde rond het vriespunt. Het brede strand lag er als een enorme kale, kille vlakte bij. Nu en dan blies de wind een vlaag zand langs onze enkels. Een uitzicht was er vast, maar ik zag het niet. Ik lette op de benen voor me, zorgde dat ik in het spoor en uit de wind bleef.

Op die manier stoempend kreeg ik opeens die heerlijke associatie – dit was gewoon een Elfstedensfeertje. Ineens was het fijn om daar zo te rennen. Weliswaar zonder enig gevoel in de ledematen, maar wel in een lekkere cadans.

Het was op Ameland mijn derde loopwedstrijd ooit, na eerder 15 en 16,1 kilometer te hebben afgelegd. Zoals ze dan zeggen in Amerika: dit was een heel ander balspel. Een heel ander balspel nou en of. 21,1 kilometer.

Gelukkig waren er de bananen. Die werden om de vijf kilometer uitgedeeld. En de wind kwam ook een tijdje van achteren. Dat scheelde.

Het leidde allemaal tot een eindtijd van 1:41:08. Redelijk. Maar het moet sneller kunnen, op 11 januari bij Egmond.

Deze week denk ik daar nog niet aan. Deze week prijs ik me gelukkig dat in ons huis eerder een oude dame woonde. De handgrepen in het toilet en de leuningen langs de trap, ze helpen me, nu mijn beenspieren even geen thuis geven.
.


Op reis met mijn geniale heldenuitvinding

Het Nederlands, dat is op zich een prima taal. Volgens het Instituut voor Nederlandse Lexicologie hebben we meer dan een miljoen woorden tot onze beschikking. Daar kun je dus wel wat kanten mee op. Niks te klagen.

Dat gezegd hebbende, vrijdagavond zat ik in de trein. Ik moest van Amsterdam naar Grou, een reis die uiteindelijk twee en een half uur duurde en ook nog via Utrecht ging, door een aanrijding bij Baarn.

De NS is behoorlijk goed bezig de laatste tijd. Ik reis al een poosje heen en weer tussen Utrecht en Amsterdam en ik kan me een tijd herinneren dat de weken bezaaid lagen met bladeren op het spoor, vierkante wielen, bevroren wissels, zelfmoordenaars, blikseminslagen en gebroken bovenleidingen. Hoor je niet veel meer over. Ook hier niks te klagen.

*klopt een en ander fanatiek af*

Dus op vrijdagavond dacht ik: aanrijdinkje bij Baarn, overkomt de besten, gaan we toch via Utrecht, gaat goed komen, here we go, lekkerprima.

Toen nestelde zich naast me een blond meisje van krap twee meter. Ze pakte haar telefoon en begon er hard in te schreeuwen. Bleek dat ze Gronings was en naar de heimat ging. Ze bulderde de hele wagon bij elkaar, maar echt gekke dingen zei ze niet. Maar haar accent, dat trof me.

En nu kan ik wel proberen dat accent te beschrijven, een poging doen om weer te geven wat het was dat me dwong te luisteren naar wat ze zei – nog los van de decibels, maar zó rijk is de Nederlandse taal nou ook weer niet. Zo kwam ik erop.

Nou goed, om een beetje een idee te geven: heel veel zinnen begonnen met ‘Ja, hooi!’-achtige klanken. Ze werden door het enorme meisje uitgesproken alsof ze voor een volle biertent Bennie Jolink imiteerde. Oerend hard dus.

Voor me vrat ondertussen een mevrouw een zak snoep leeg. Ze maalde en maalde en ging maar door. Aan de zoete geur van winegum, schuimblokken, zuurmatjes en smurfen kon ik niet ontsnappen, maar aan het geluid wel.

Ik zette mijn iPod aan (weer een fijn album van tenminste twee decennia oud) en was verdwenen. Op reis in mijn eigen wereld.

Je hebt mensen die afgeven op de mp3-cultuur. Iedereen zou er door in zijn eigen wereld leven. De sociale cohesie zou verdwijnen. En zo verder. Maar zittend in de trein naast een bellende terrorGrunnse en tegenover een industrieel snoepverwerker kun je het fenomeen portable audio toch alleen maar beschouwen als een geniale heldenuitvinding. Oh zo.

Zo boemelde ik via Utrecht, Amersfoort en Zwolle langs allemaal plaatsen waarvan ik de naam niet ken en die ik in het donker ook niet kon zien. De zak snoep stapte uit, de belbundel stapte over en ik zat waar ik zat, en dacht aan allerlei bijvoeglijke termen die de Nederlandse taal voor dit soort avonden kent.

Verrukkelijk, onder andere.
.