Nou ja, het bericht ging natuurlijk niet over Abba, maar het had zomaar gekund.
Je moet het gewoon toegeven: de muziek van Abba, dat kán gewoon niet. Het is van een kitscherigheid, allemachtig!
Abba is een suikerspin. Daar denk je nu en dan zin in te hebben, maar dan neem je een hap – luister je een refrein, en dan weet je wel weer genoeg. Doei.
Terwijl ik het niet zo heb op Abba, heb ik een zwak voor Queen. Het is echt waar. Ik zeg hé, Queen is cool! Dat vindt ook de OOR. Queen is cool!, las ik op hun cover. En de OOR kan het weten, want de OOR is een muziektijdschrift.
Nou ja, Queen is natuurlijk helemaal niet koel. Queen is even koel als die oude mannen bij de OOR. (Wat ook meteen de reden is dat ze dachten te scoren met Queen.) Queen is weliswaar goed, maar dat is iets totaal anders.
Koel en goed, het zijn neef en nicht. Ze komen wel eens bij elkaar op visite, maar daarmee houdt het ook op.
Waar ik naartoe wil? Een paar jaar geleden had ik een discussie met Jasper. Het ging over Coldplay en hun nieuwe, bombastische album X&Y. Jasper vond het niet goed: welke ongenuanceerde weg waren ze nu ingeslagen?
Ik zei dat dat er niet toe deed. Het album was weinig subtiel, inderdaad, maar de nummers waren lekker. En dus was het een goed album.
Recensenten boorden het album de grond in. Zij steunden Jasper.
Iedereen had gelijk. Het probleem: van recensenten moeten bands altijd progressie maken. Er moet ontwikkeling zitten in hun werk. Een cd volgooien met lekkere nummers is niet genoeg. Vernieuwing moet, jezelf uitvinden, koel zijn!
Het lijkt me voor artiesten nogal irritant. Je kunt een lekker derde album maken, goed zijn, maar als ie lijkt op de eerste, dan is het niks. Niet koel genoeg.
Afgelopen jaar verscheen Viva la Vida, het vierde album van Coldplay. De recensenten: compleet ruk en doffe ellende. Ze hadden de cd langs de vernieuwingsmeetlat gelegd en ja, dan kom je inderdaad niet tot een hoge score. Ik vond ook dat Viva la Vida net even met twintig strijkers teveel was dichtgesmeerd, totdat ik erachter kwam dat die dichtgesmeerde nummers erg lekker waren.
Had Jasper me verteld.
En zo kom ik bij Keane. Stelletje Britten met de oplossing voor koel en goed. (Overigens, als je steeds weer een koel album kunt maken, dan zit je altijd goed. Maar dat lukt dus bijna niemand.) Hoe dan ook, Keane maakte met Perfect Symmetry een album van wel 25 jaar oud.
Het is echt waar en erg knap. Het is compleet jaren tachtig. Alsof Back to the Future pas uit is en Lothar Mattheus net doorgebroken. Soms hoor je Queen. Dan weer A-Ha. Koel is het allemaal niet. Het is gewoon lekker. Kudos voor Keane.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten