Heb ik net van de week de mooiste foto van 2008 aangewezen, staat er meteen een directe concurrent in de krant. Een vrolijk plaatje, in Bagdad geschoten door een fotograaf van AP. Inderdaad, wordt er in Irak ook eens iets vrolijks geschoten.
Het gaat om een huiszoeking in het holst van de nacht, vermeldt het bijschrift. Soldaten betraden zijn huis en lichtten hem van zijn bed, maar de Irakees op de bank kan er niet mee zitten. Hij maakt een lolletje met de soldaten die op zijn deur bonsden. Samen gieren ze het uit.
Dat is ook meteen het mooie aan de foto: dat iedereen zich een ongeluk lacht. De soldaat, de Irakees, en de vrouw die waarschijnlijk zijn moeder is. Zou ze het zo hebben uitgegierd dat ze van de bank is gedonderd?
Waarschijnlijk niet. Ze lacht vooral met haar ogen, want voor vreemd bezoek laat je je als vrome vrouw niet al te zeer gaan. Met haar ogen kijkt ze ook recht in de camera, waardoor ze de fotograaf onderdeel maakt van het feest.
De Irakees op de bank staat er ook mooi op. Hij zit fanatiek te gebaren. Misschien gaat het wel over de Super Bowl en is hij blij dat New York heeft gewonnen. Wie zal het zeggen.
En dan is er nog de soldaat. Hij maakt het tafereel helemaal af. Hier zit een fully equipped eenmansleger, opgetuigd en uitgerust met het meest moderne materiaal, te giechelen als een klein meisje.
Die lichaamstaal kennen we van de mogelijke nieuwe first lady van de Verenigde Staten, Bill Clinton, die zich het zweet op de rug giechelde tijdens een persconferentie met Boris Jeltsin.
Ook hier hangen de schouders van de soldaat naar binnen, en staan zijn knieën en voeten naar elkaar toe. Zijn helm heeft zijn maar even op de grond gelegd.
Wat nog geen rogue state is gelukt, lukt een wakkere Irakees op een bank in Bagdad: Amerikaanse troepen in volledige onmacht.
dinsdag, februari 19, 2008
vrijdag, februari 15, 2008
Het beloofde huishoudland
Normaal gesproken heb je een ochtendspits en een avondspits. ’s Ochtends gaat iedereen naar zijn werk en zijn wegen en openbaar vervoer overvol, en ’s middags gaat iedereen weer naar huis en gebeurt hetzelfde. Maar nu stond ik rond elf uur op Utrecht Centraal op een afgeladen perron.
Overal stonden vrouwen. Jonge vrouwen, oude vrouwen, dikke vrouwen, dunne vrouwen, druk pratende vrouwen, gespannen kijkende vrouwen. Allemaal verschillende soorten vrouwen, maar met één overeenkomst: ze droegen gemakkelijke schoenen. Ze gingen naar de huishoudbeurs.
Even later zat de trein mudjevol. Vrouwen in stoelen, in gangpaden en op de balkons. Nou heb ik niks tegen vrouwen, integendeel, maar huishoudbeursvrouwen zijn een geval apart. Ze verkeren in een permanente staat van opwinding, en laten dat merken met een luid gekakel. Alsof je in de bus zit tijdens het eerste schoolreisje van groep 4.
Het volume van mijn iPod stond behoorlijk hoog, maar desondanks kreeg ik alles mee van wat er werd besproken. Er was van de week weer een vel zegels vol gespaard, manlief zou om half acht met de auto bij het Brabantse station staan, en oh wat zijn we blij dat het zonnetje schijnt.
Na twintig minuten boemelden we Amsterdam in. Het huishoudvolk verdraaide zich de opgezette knieën om goed naar buiten te kunnen kijken. Dit was ten slotte De Grote Stad!
Bij station Amsterdam RAI stroomde de trein leeg. Een schier oneindige colonne daalde met de roltrap af naar het beloofde huishoudland, voor ongetwijfeld een spannende en enerverende dag vol boentips, wastrucjes en gratis proefflaconnetjes.
Laat ons daarom bidden voor de jongen met het Craft-zeiljack die in de trein tegenover mij zat. Nog geen dertig jaar oud moest ook hij uitstappen bij Amsterdam RAI. Zijn vriendin droeg een afritsbroek.
Overal stonden vrouwen. Jonge vrouwen, oude vrouwen, dikke vrouwen, dunne vrouwen, druk pratende vrouwen, gespannen kijkende vrouwen. Allemaal verschillende soorten vrouwen, maar met één overeenkomst: ze droegen gemakkelijke schoenen. Ze gingen naar de huishoudbeurs.
Even later zat de trein mudjevol. Vrouwen in stoelen, in gangpaden en op de balkons. Nou heb ik niks tegen vrouwen, integendeel, maar huishoudbeursvrouwen zijn een geval apart. Ze verkeren in een permanente staat van opwinding, en laten dat merken met een luid gekakel. Alsof je in de bus zit tijdens het eerste schoolreisje van groep 4.
Het volume van mijn iPod stond behoorlijk hoog, maar desondanks kreeg ik alles mee van wat er werd besproken. Er was van de week weer een vel zegels vol gespaard, manlief zou om half acht met de auto bij het Brabantse station staan, en oh wat zijn we blij dat het zonnetje schijnt.
Na twintig minuten boemelden we Amsterdam in. Het huishoudvolk verdraaide zich de opgezette knieën om goed naar buiten te kunnen kijken. Dit was ten slotte De Grote Stad!
Bij station Amsterdam RAI stroomde de trein leeg. Een schier oneindige colonne daalde met de roltrap af naar het beloofde huishoudland, voor ongetwijfeld een spannende en enerverende dag vol boentips, wastrucjes en gratis proefflaconnetjes.
Laat ons daarom bidden voor de jongen met het Craft-zeiljack die in de trein tegenover mij zat. Nog geen dertig jaar oud moest ook hij uitstappen bij Amsterdam RAI. Zijn vriendin droeg een afritsbroek.
maandag, februari 11, 2008
Een verlangen naar diepte
2008 is nog niet heel lang onderweg, en we krijgen het EK voetbal, de Olympische Spelen en vooral de Amerikaanse presidentsverkiezingen nog, allemaal waar, maar toch: de beste nieuwsfoto van 2008 is reeds gemaakt.
Van de week werden de prijzen voor de mooiste journalistieke foto’s van 2007 uitgereikt. Winnaar was een ietwat onscherpe plaat van een Amerikaanse soldaat. Al steunend op een bunker staart hij uitgeput in het niets na een zware missie.
De Volkskrant schreef dat de keuze voor de foto een aansporing voor fotojournalisten is. Ze moeten weer gaan zoeken naar het verhaal achter de ellende. Het schrijnende verhaal moet in de krant, niet een esthetisch prachtige compositie van keiharde wreedheid.
Het mooie aan de winnende plaat van 2008 is dat hij alle drie de elementen in zich verenigt. De harde waarheid en het verhaal erachter worden beide verteld, en dat ook nog in een prachtige compositie.
Op de foto wordt een lid van de New Yorkse maffia weggevoerd na zijn arrestatie. Om met de compositie te beginnen: in feite is hier een reet in de boeien geslagen. Prachtig hoe de fotograaf die kont in al zijn glorie vast heeft weten te leggen. Fabelachtige esthetiek. Het eerste dat je je afvraagt is of ze die maffioos ooit nog in dat busje hebben gekregen. Mooi ook hoe die agent tweede van links met al zijn krachten zijn hand helemaal in die klotsende maffiaoksel laat verdwijnen.
Los van de schoonheid toont de foto een harde en confronterende waarheid, die de fotograaf tegelijk met die dikke kont in het gezicht van de kijker duwt. Zelfs voor wie wil wegkijken, is er geen ontkomen aan. In Amerika is vier op de tien mensen te dik en deze foto zet al die supersizers keihard aan het denken.
Daarbij vertelt de foto ook een verhaal. Het verhaal van de maffiaclan die in relatieve rust zijn gang kan gaan. We kennen het allemaal uit de Godfather en de Sopranos. Niet omdat die epossen een exacte weergave waren van het maffiamilieu, maar omdat het maffiamilieu zich is gaan gedragen naar de helden uit die films en series.
Op de foto zien we een real life Bacala, het dikke hulpje van een made man. Slim is ie niet, maar praten tegen de politie zal hij ook nooit. In de gevangenis kookt hij de heerlijkste pastagerechten.
Een andere klacht over de fotowedstrijd is dat de inzendingen allemaal zo eendimensionaal zijn. Ze zijn vlak, hebben geen achtergrond of diepte. Het verlangen naar diepte van de jury maakt deze foto helemaal de zekere winnaar. Want man oh man wat een diepte.
Van de week werden de prijzen voor de mooiste journalistieke foto’s van 2007 uitgereikt. Winnaar was een ietwat onscherpe plaat van een Amerikaanse soldaat. Al steunend op een bunker staart hij uitgeput in het niets na een zware missie.
De Volkskrant schreef dat de keuze voor de foto een aansporing voor fotojournalisten is. Ze moeten weer gaan zoeken naar het verhaal achter de ellende. Het schrijnende verhaal moet in de krant, niet een esthetisch prachtige compositie van keiharde wreedheid.
Het mooie aan de winnende plaat van 2008 is dat hij alle drie de elementen in zich verenigt. De harde waarheid en het verhaal erachter worden beide verteld, en dat ook nog in een prachtige compositie.
Op de foto wordt een lid van de New Yorkse maffia weggevoerd na zijn arrestatie. Om met de compositie te beginnen: in feite is hier een reet in de boeien geslagen. Prachtig hoe de fotograaf die kont in al zijn glorie vast heeft weten te leggen. Fabelachtige esthetiek. Het eerste dat je je afvraagt is of ze die maffioos ooit nog in dat busje hebben gekregen. Mooi ook hoe die agent tweede van links met al zijn krachten zijn hand helemaal in die klotsende maffiaoksel laat verdwijnen.
Los van de schoonheid toont de foto een harde en confronterende waarheid, die de fotograaf tegelijk met die dikke kont in het gezicht van de kijker duwt. Zelfs voor wie wil wegkijken, is er geen ontkomen aan. In Amerika is vier op de tien mensen te dik en deze foto zet al die supersizers keihard aan het denken.
Daarbij vertelt de foto ook een verhaal. Het verhaal van de maffiaclan die in relatieve rust zijn gang kan gaan. We kennen het allemaal uit de Godfather en de Sopranos. Niet omdat die epossen een exacte weergave waren van het maffiamilieu, maar omdat het maffiamilieu zich is gaan gedragen naar de helden uit die films en series.
Op de foto zien we een real life Bacala, het dikke hulpje van een made man. Slim is ie niet, maar praten tegen de politie zal hij ook nooit. In de gevangenis kookt hij de heerlijkste pastagerechten.
Een andere klacht over de fotowedstrijd is dat de inzendingen allemaal zo eendimensionaal zijn. Ze zijn vlak, hebben geen achtergrond of diepte. Het verlangen naar diepte van de jury maakt deze foto helemaal de zekere winnaar. Want man oh man wat een diepte.
Niemand heeft erover gezwogen
Het mooie aan dat hele gedoe rondom de autobekentenissen van Joran is dat iedereen weer iets heeft om met elkaar over te praten. Zomaar een positief gevolg van een SBS6-product: sociale cohesie.
De natie is weer één. Trots op Nederland, waar iedereen weet wat wel en niet mag.
Vroeger was het nog een eitje te bepalen wat het gesprek van de dag was. Er was één televisiejournaal, daarin werd de waarheid verteld en aan de hand daarvan zette iedereen een boom op.
Tegenwoordig volgt iedereen al multitaskend alles. Waar de één vol van is, heeft de ander geen weet van, en onderling gaat het daarom op straat en in de bus al gauw over het weer.
Maar nu is er Joran, met zijn rookwaren, zijn gympies, zijn vader en zijn praatjes. Daar heeft iedereen een mening over, daarover raakt niemand uitgepraat. Joran is het weer van nu.
En waarschijnlijk blijft hij het weer ook nog wel even, nu Peter R. de Vries, misdaadverslaggever in de States is geweest om Larry King, Oprah Winfrey en andere coniferen bij te praten over de ins and outs van Joran’s leugenaarslogica en daderinformatie-uitwisseling. Dat suddert nog wel even door.
Het mooie aan de Joran-hype is dat ie voor iedereen wat wils biedt. De strafrechtexegeten gaan over de bruikbaarheid van de geheime opnames, de psychiaters maken een inschatting van Joran’s getroebleerde geest, de mediavolgers beschrijven Joran’s impact overzee, en het volk houdt een lynchpartij.
Joran is een hype waarover serieus kan worden gesproken (wat voor gek controleert nou niet of ze dood is?), maar het is ook een hype die zich uitstekend leent voor onderbroekenlol en andere geinerij. Iedereen heeft De Uitzending immers gezien. De verhuur van Range Rovers gaat door het dak.
Van de week maakte ik in de supermarkt bij de kaasafdeling mee dat een oude dametje ‘Hé maton’ naar me schreeuwde. Daarna gaf ze me een vette knipoog. Zoals alle Nederlanders snapte ik meteen waar mevrouw op zat te doelen. Ik beukte haar op de schouder en kaatste: Yo coño, ik heb gezwogen jonge, echt.
Dikke lol natuurlijk, tussen de Edammers.
En zo gaat het dus overal. Verhitte discussies en dolle pret. De Nederlandse nieuwsmedia schreven sinds De Uitzending al 1251 stukken over Joran. Als ze het langzaam afbouwen, redden we het met Joran totdat van de zomer op de Veluwe een krokodil wordt gezien.
De natie is weer één. Trots op Nederland, waar iedereen weet wat wel en niet mag.
Vroeger was het nog een eitje te bepalen wat het gesprek van de dag was. Er was één televisiejournaal, daarin werd de waarheid verteld en aan de hand daarvan zette iedereen een boom op.
Tegenwoordig volgt iedereen al multitaskend alles. Waar de één vol van is, heeft de ander geen weet van, en onderling gaat het daarom op straat en in de bus al gauw over het weer.
Maar nu is er Joran, met zijn rookwaren, zijn gympies, zijn vader en zijn praatjes. Daar heeft iedereen een mening over, daarover raakt niemand uitgepraat. Joran is het weer van nu.
En waarschijnlijk blijft hij het weer ook nog wel even, nu Peter R. de Vries, misdaadverslaggever in de States is geweest om Larry King, Oprah Winfrey en andere coniferen bij te praten over de ins and outs van Joran’s leugenaarslogica en daderinformatie-uitwisseling. Dat suddert nog wel even door.
Het mooie aan de Joran-hype is dat ie voor iedereen wat wils biedt. De strafrechtexegeten gaan over de bruikbaarheid van de geheime opnames, de psychiaters maken een inschatting van Joran’s getroebleerde geest, de mediavolgers beschrijven Joran’s impact overzee, en het volk houdt een lynchpartij.
Joran is een hype waarover serieus kan worden gesproken (wat voor gek controleert nou niet of ze dood is?), maar het is ook een hype die zich uitstekend leent voor onderbroekenlol en andere geinerij. Iedereen heeft De Uitzending immers gezien. De verhuur van Range Rovers gaat door het dak.
Van de week maakte ik in de supermarkt bij de kaasafdeling mee dat een oude dametje ‘Hé maton’ naar me schreeuwde. Daarna gaf ze me een vette knipoog. Zoals alle Nederlanders snapte ik meteen waar mevrouw op zat te doelen. Ik beukte haar op de schouder en kaatste: Yo coño, ik heb gezwogen jonge, echt.
Dikke lol natuurlijk, tussen de Edammers.
En zo gaat het dus overal. Verhitte discussies en dolle pret. De Nederlandse nieuwsmedia schreven sinds De Uitzending al 1251 stukken over Joran. Als ze het langzaam afbouwen, redden we het met Joran totdat van de zomer op de Veluwe een krokodil wordt gezien.
vrijdag, februari 08, 2008
Natasja zegt hoe het is
Onmiddellijk kreeg ik medelijden met Louis. De eerste de beste wedstrijd nadat hij had bedankt voor de analyses bij SBS6, omdat Oranje het toch nooit zou leren, won het Nederlands Elftal overtuigend van Kroatië. En de analyse werd verzorgd door Natasja Froger.
Graag had ik die gezichtsuitdrukking willen zien. Het moment dat de glimlach van Natasja in beeld verscheen. Louis van Gaal denkt eerst nog aan het belspelletje, maar dan blijkt Edward van Cuilenborg aan dezelfde tafel te zitten, en introduceert hij de volkszangersvrouw als voetbalbeest.
Ik weet zeker: Louis schrok zich een hoedje.
En dan die uitslag. Louis was er helemaal klaar voor toen hij in zijn voetbalstoel ging zitten. In de startblokken voor twee keer drie kwartier zuchten, steunen en zeuren. De lange regenjas aan en het favoriete opschrijfboekje in de hand. Morgen zou hij zijn jongens van AZ op het magneetbord wel eens laten zien wat de bondscoach allemaal had gemist, qua ruiten op het middenveld en verloren gevechten om de derde bal.
Het drama voltrok zich onverbiddelijk in huize Van Gaal. Truus kon kalmeren wat ze wilde, tegen de ontwikkelingen in Split was geen zalvend woord opgewassen. Johnny scoorde, Lange Jan scoorde, en tussendoor was er die prachtig uitgespeelde aanval, die werd afgerond door de Hunt, zoals analytica Natasja Klaas Jan terloops noemde.
Het zal voor Louis een lange nacht zijn geweest.
Ik keek natuurlijk ook wel even op toen ik blonde Natasja naast Frank de Boer ontwaarde. Helemaal toen ze begon te orakelen over de wedstrijd. Ze schudde de namen zo uit haar mouw.
Zo zei ze vooraf niet helemaal zeker van een Nederlandse overwinning te zijn geweest: Ik zag Heerenveen van de week spelen. Nou, die tweede goal van Pranjic, toen ging ik me wel even zorgen maken.
En daar bleef het niet bij: En dan die Modric! Die moeten we zeker in de gaten houden.
Edward vroeg na een verhandeling van Natas over ruimte benutten op de vleugels de erkende sportkenners Frank de Boer en Tjerk Bogtstra naar hun mening over de subtoppers van het nationale elftal, waarvan er vanavond veel hadden gespeeld. Mevrouw Froger counterde onmiddellijk: Je hebt ze tijdens het EK ontzettend nodig, hè, want we zitten in een verdomd lastige poule.
En zo is het Natasja. Zo is het.
Graag had ik die gezichtsuitdrukking willen zien. Het moment dat de glimlach van Natasja in beeld verscheen. Louis van Gaal denkt eerst nog aan het belspelletje, maar dan blijkt Edward van Cuilenborg aan dezelfde tafel te zitten, en introduceert hij de volkszangersvrouw als voetbalbeest.
Ik weet zeker: Louis schrok zich een hoedje.
En dan die uitslag. Louis was er helemaal klaar voor toen hij in zijn voetbalstoel ging zitten. In de startblokken voor twee keer drie kwartier zuchten, steunen en zeuren. De lange regenjas aan en het favoriete opschrijfboekje in de hand. Morgen zou hij zijn jongens van AZ op het magneetbord wel eens laten zien wat de bondscoach allemaal had gemist, qua ruiten op het middenveld en verloren gevechten om de derde bal.
Het drama voltrok zich onverbiddelijk in huize Van Gaal. Truus kon kalmeren wat ze wilde, tegen de ontwikkelingen in Split was geen zalvend woord opgewassen. Johnny scoorde, Lange Jan scoorde, en tussendoor was er die prachtig uitgespeelde aanval, die werd afgerond door de Hunt, zoals analytica Natasja Klaas Jan terloops noemde.
Het zal voor Louis een lange nacht zijn geweest.
Ik keek natuurlijk ook wel even op toen ik blonde Natasja naast Frank de Boer ontwaarde. Helemaal toen ze begon te orakelen over de wedstrijd. Ze schudde de namen zo uit haar mouw.
Zo zei ze vooraf niet helemaal zeker van een Nederlandse overwinning te zijn geweest: Ik zag Heerenveen van de week spelen. Nou, die tweede goal van Pranjic, toen ging ik me wel even zorgen maken.
En daar bleef het niet bij: En dan die Modric! Die moeten we zeker in de gaten houden.
Edward vroeg na een verhandeling van Natas over ruimte benutten op de vleugels de erkende sportkenners Frank de Boer en Tjerk Bogtstra naar hun mening over de subtoppers van het nationale elftal, waarvan er vanavond veel hadden gespeeld. Mevrouw Froger counterde onmiddellijk: Je hebt ze tijdens het EK ontzettend nodig, hè, want we zitten in een verdomd lastige poule.
En zo is het Natasja. Zo is het.
Abonneren op:
Posts (Atom)