vrijdag, oktober 31, 2008

De vrienden van Thijs Römer

Thijs Römer ken ik niet. Goed, ik ken zijn hoofd, van tv en uit de bladen. En ik weet dat ie is getrouwd met Katja en opa zegt tegen Piet, de gelauwerde toneelacteur die ik in feite ook niet ken, maar van wie ik me nog wel goed een optreden in DWDD weet te herinneren.

Maar Thijs Römer, die ken ik niet.

Het enige wat ik weet is dat Thijs Römer een BN’er is. Een Bekende Nederlander uit de wereld van film, tv en toneel. Een jonge man die heus wel werkt, maar zoals dat gaat vast ook veel verschijnt op premières en feestjes.

De afgelopen weken denk ik vaak even aan Thijs Römer. Eigenlijk sinds ik las over zijn regiedebuut, Het Wapen van Geldrop, een film waarin Thijs Römer en zijn vrouw ook nog eens een hoofdrol spelen.

Zomer vorig jaar trouwde Thijs Römer met Katja Schuurman in een chateau in het Franse Vallery, een gelegenheid waarover NU.nl de volgende zinsnede publiceerde: Grote afwezige was Theo van Gogh.

Er vanuit gaande dat in het dorpje Vallery slechts één kasteel staat, is er niet getrouwd in een klein zaaltje achteraf. Het Château de Condé is vijfhonderd jaar oud en zoals dat ging als je een half millennium geleden een kasteel liet bouwen: het ding is groot!

Daar hebben Thijs Römer en zijn bruid vast een hoop vrienden naartoe laten komen.

De vraag die mij bezighoudt is nu: waarom hebben die vrienden niet even de moeite genomen de bioscoop te bezoeken om daar Het Wapen van Geldrop te gaan zien? Welgeteld 99 bezoekers trok de film in de eerste week, waarna hij acuut uit een groot deel van de zalen werd gehaald.

Vooropgesteld: het is geen goeie film. Is iedereen het over eens. René Mioch hield het nog gezellig – Het is een film die je echt leuk moet vinden, moet snappen, maar eigenlijk is er niemand de er wat aan vindt.

Drama van Thijs Römer, meldt Cinema.nl treffend. De Pers schrijft: Om te huilen, maar niet omdat het zo ontroerend is. De ene scène heeft niets met de andere te maken en het verhaal en de personages kennen amper ontwikkeling. En ook: Nog nooit zoveel recensenten zo vaak diep horen zuchten.

Een nadeel volgens de kenners: Katja deed mee zonder diep decolleté.

Hoe dan ook, Thijs Römer is in mijn gedachten. Hij geeft de uitdrukking ‘verkeerde vrienden hebben’ een geheel nieuwe dimensie. En als je dan ook nog bedenkt: bij die 99 zaten ook nietsvermoedende filmliefhebbers. Mensen die vorige zomer niet in Vallery waren.

Ook zij zijn in mijn gedachten.
.

zondag, oktober 26, 2008

Eén week, twee ritmes

Op dat moment is het letterlijk onvoorstelbaar.

Het was vroeg in de ochtend, de Taurus hield de zon nog even verborgen, terwijl het kwik alweer tegen de 25 graden liep. Ons laatste ontbijtje in Alanya, als altijd met uitzicht over zee, haven en het schiereiland met ruïnes en die imposante burcht. Later die dag zouden we weer thuis zijn.

Heel anders was het toen we eenmaal met een zachte plof op Schiphol waren geland. De regen zwiepte over de landingsbaan. En vanuit de cockpit kwam het bericht dat het buiten net boven de tien graden was – twintig graden kouder dan de plaats waar we de zon hadden zien opkomen.

Welkom thuis.

Eén keer eerder was ik in Turkije geweest. Ruim een week verbleven we in een eenvoudig hotel. Ik sprak behoorlijk wat Turken, meestal om af te dingen, en maakte met twee wat beter kennis.

Ozgün was onze ober in een restaurant. Na het dessert schoof hij gezellig aan. Het werd een leuk gesprek, gevolgd door kaartje blazen en bijbehorende mooie foto’s.

En dan was er de jongen van het hotel, wiens naam ik waarschijnlijk heb verdrongen, aangezien hij verliefd werd op ons allemaal. Steeds zocht hij ons op. Wilde hij ons aanraken. Toen we vertrokken, kregen we een innige omhelzing en dikke zoenen.

In het fabeltastische hotel waar we dit jaar waren zal zoiets je nooit overkomen. Reden: De Chef. Met hoofdletters inderdaad, want in het Panorama Hotel heeft De Chef de wind er goed onder.

Het personeel weet altijd precies waar De Chef zich bevindt. Kijkt Hij, dan wordt er discreet, vriendelijk en razendsnel gewerkt. Is Hij – een op de vervelende tennisser Cedric Pioline lijkende Turk die de hele dag kijkt alsof ie al weken moet poepen – niet in de buurt, dan is er tijd voor een praatje en een oprechte glimlach.

In het Panorama Hotel zijn de mannen, alleen achter de receptiebalie ontwaarden wij een vrouwelijk personeelslid, stuk voor stuk prima kerels. En dus doodsbang voor De Chef. Ze geven uitvoering aan een schizofreen beleid: vriendelijk zijn moet, maar het mag geen tijd kosten.

In het Panorama Hotel wordt hard gewerkt. Aanpoten is een understatement. Wie een seizoen lang wil werken bij het Panorama Hotel, vertelde Mehmet, moet zeven maanden lang bijna elke dag aan de bak.

Durali schetste ons de gemiddelde werkdag. Eerst werk je van ’s ochtends 07.00 uur tot ’s middags 15.30 uur, zonder pauze. Het begint weer om 18.00 uur, tot de boel aan kant is, meestal rond 22.30 uur. Dan wil je slapen.

Dan hadden wij een heel ander ritme. Een constante afwisseling van korte en lange bezoekjes aan buffet, zwembad, tafeltennistafel, strand, strandbar, hotelkamer, tennisbaan, zwembadbar en bovenbar.

Het verschil in luxe drong zich soms op pijnlijke wijze naar voren. Zo bediende Senol mij eens op één dag eerst ’s middags bij de Beach Bar, daarna tijdens het diner en vervolgens nog diezelfde avond boven in de Panorama Bar en beneden bij de Pool Bar.

Tsja.

Alanya is erg mooi, ik heb er ondanks mijn goede voornemens behoorlijk wat van gezien. Ik zou het Durali, Senol, Mehmet en hun collega’s daarom gunnen dat ze ook meer Alanya zagen. Meer dan steeds weer dat hartverscheurend mooie uitzicht vanuit het Panorama Hotel.
.

donderdag, oktober 16, 2008

Een gevaarlijke missie – geregeld bunkeren

De missie begint vroeg: 05.00 uur exact verlaat ons toestel de basis. Krap vier uur later bereiken we de droppingzone. We zetten voet aan de grond, stellen de omgeving veilig, rapporteren aan home base en zetten ons kamp op.

Codenaam: Operatie Actium.

In 31 voor Christus versloeg het Romeinse Rijk onder aanvoering van Octavianus de vorige machthebber, Marcus Antonius. Die had de toorn van Rome over zich afgeroepen door Romeinse gebiedsdelen uit te delen aan minnaressen. Zo gaf hij de regio rond Alanya, doel van de missie, aan de Egyptische Cleopatra.

Makkelijk zal het niet worden, dat weten we op voorhand. Er wachten ons zware omstandigheden. Communicatieproblemen met de lokale bevolking kunnen de operationele handelingen bovendien beïnvloeden.

Natuurlijk, op de compound zullen de ondersteunende diensten goed zijn vertegenwoordigd. Eten en drinken in overvloed. Maar zoals blijkt uit rapporten van informanten ter plaatse en bevriende inlichtingendiensten: overal liggen risico’s op de loer.

De hitte natuurlijk. Het belooft een week lang 27 graden te worden. Geïmproviseerde explosieve elementen bij de drinkplaats – de beruchte losgeslagen Russen. Natte tegels rondom het zwembad, heet zand, vlijmscherpe parasolletjes in cocktails.

Het gevaar een eetmoment te vergeten door de heerlijke temperatuur van de azuurblauwe zee.

Gelukkig gaan we op pad met een bataljon moedige en goedgetrainde professionals. De beste in hun soort. Manschappen op wie je kunt vertrouwen. Stuk voor stuk hebben ze hun sporen verdiend. Aly en Ben dienden bijvoorbeeld deze zomer nog aan de Italiaanse kust, tijdens een missie waarbij duizenden landgenoten werden ingezet.

Toch dreigt er steeds gevaar. Op het slagveld ben je zo afgeleid, terwijl een scherpe concentratie is geboden. Daarom het volgende besluit: overdag verlaat ik de compound niet. Onder geen beding. De sauna, de tennisbaan, het zwembad, de biljarttafels en het fitnesscentrum, ik blijf er bij in de buurt.

’s Avonds, dan trekken we er misschien – onder dekking van de duisternis – op uit, afhangende van veiligheidsanalyses ter plaatse.

Ook zal er op de compound regelmatig worden gebunkerd. Het ontbijt tot half elf, de lunch om half één en tussendoor brood en snacks. ’s Middags koekjes en ijs, ’s avonds het diner. Borrelen tot besluit.
.

Afzien: een maand geen sushi

De familie Froger – René, Natasja en de twee kinderen – hebben een maand lang in een rijtjeshuis gewoond, terwijl ze moesten rondkomen van een bijstandsuitkering. Het gezin deed dit voor een tv-programma van John de Mol.

En voor het geld natuurlijk.

Maar nee, zo bezweert het echtpaar, dat had er niks mee te maken. Ze hebben het gedaan voor het land. Meer specifiek: voor de voedselbank.

Natasja Froger presenteert sinds een tijdje Hart in Actie, een tranentrekker van SBS. Zodoende weet zij hoe het werkt, de basale emoties van halfontwikkelde tv-kijkers bespelen. Voor dit programma – De Frogers: geen cent te makken – heeft ze geprobeerd René het trucje ook te leren, maar dat is nog niet helemaal gelukt.

Voorbeeld. In de eerste uitzending kwam roddeltante Wilma Nanninga spontaan op de thee. Ze vroeg René: Waarom doe je dit? René had zijn antwoord moeten inpakken, maar herinnerde zich slechts de kern van Natasja haar instructies.

De voedselbank, antwoordde hij kort en bondig.

Om er na enig aarzelen een prachtige zin op te laten volgen. Het is toch van de zotte dat er in een welvarend land als Nederland nog mensen gevoed moeten worden!

In het volgende shot zagen we hoe de zanger en zijn vrouw mensen in een voedselbank lastigvielen. Terwijl een meneer probeerde zijn bestelbusje vol te laden met kratten voedsel, bleven René en Natas maar zeggen wat voor kanjer hij wel niet was. Groot respect! Deed hij toch maar mooi!

Petje af!

Even later volgden we het echtpaar terwijl er huisraad werd ingeslagen bij een kringloopwinkel. Eerste legde de voice-over behulpzaam uit wat dat was, een kringloopwinkel. Bij de kringloopwinkel vind je spullen die door anderen zijn afgedankt. Op deze manier hebben goederen een tweede leven.

Natasja daarna, over een bankstel: Om ergens op te zitten waar anderen ook al op hebben gezeten, dan denk ik, ja.

In een specifiek shot at het wereldberoemde echtpaar voor de laatste keer bij hun favoriete Japanse restaurant – de laatste keer voor ze een maand in een rijtjeshuis gingen wonen. Natasja in volle ernst tegen René: Dat zal afzien worden, een maand geen sushi.

De Frogers zijn overigens heel gewoon gebleven, hoor. Zo kwam Natasja altijd al bij de Aldi, omdat René de aardbeienjam daar zo verschrikkelijk lekker vindt. René over zijn leven: Ik ben gewend, niet verwend.

Schokkend gevolg van het programma: René Froger reed een maand lang in een Opel.

Het stel heeft er heel wat van opgestoken. Tegen de Volkskrant kwam Natasja tot de kern. René, vertelde ze, die zei toen ze weer terug waren: Als het zou moeten, eet ik liever een keer in de maand deze lekkere chips dan elke dag die vieze goedkopere chips. Dat verschil proef ik echt.
.

dinsdag, oktober 14, 2008

Ik moet mezelf weer aankondigen

Het was de laatste tijd ook gewoon een kutding. Ja, laten we het beestje maar bij de naam noemen. Een kutding was het geworden. Maar, om met Rob Oudkerk te spreken: het was wel míjn kutding. En daar heeft een ander met zijn tengels af te blijven.

Mijn fiets is gejat.

Zoals elke dag liep ik van het perron via roltrappen en stationshal richting stalling, om hem niet aan te treffen op de plaats waar ik hem die ochtend had achtergelaten.

Ik heb dat eerder meegemaakt, dat mijn fiets was gestolen. Je raakt er een beetje verdwaasd van: hier zou hij toch moeten staan. Even denk je – valse hoop – dat hij ergens anders staat. Verderop. Je kijkt eens om je heen. Zinloos. Waarom zou iemand jouw fiets loshalen en vijf meter verderop zetten?

Hij is gewoon weg.

Als gezegd: het ding was een barrel geworden. Ik heb geen verstand van fietsen, maar ik weet wel: als de as een eigen leven gaat leiden, dan is de fiets niet meer optimaal. Trapte ik de trappers rond, dan wisselden *kleng* en *klang* elkaar in hoog tempo af.

Soms ging dat per ronde vergezeld van een klagelijk krijsende *skwiiik*. Alsof in mijn fiets een springlevend varken heel erg langzaam werd vermalen. Een geluid dat ik eigenlijk wel vermakelijk vond. Ik hoefde mijn komst nooit aan te kondigen.

Gedurende anderhalf jaar deelden we lief en leed. We maakten wat mee. Ritjes door de regen en aanvaringen met het gezag. Als een speer naar het station, loom peddelen in de zon.

Toen Janne en ik twee weken lang op dertien vierkante meter leefden, brachten we zelfs eens een nacht met zijn drieën door. Zo gelukkig waren we. Maar nu is dat voorbij.

Grootste ergernis de laatste weken: het lekkende zadel. Dat je deur uitloopt en eigenlijk al zeker weet dat je met een halfnatte reet de trein in zult stappen. Niet fijn. Maar dat is nog geen vrijbrief om de verhouding tussen mijn fiets en mij voortijdig de nek om te draaien.

Want nu hebben we geen afscheid kunnen nemen. En dat doet pijn, na een prachtige tijd samen. Op een mooie herfstmiddag had ik het beestje willen wegbrengen. Naar een smelterij, zodat er kunst van kon worden gemaakt. Voor op het dakterras.

Maar ja.
.

zondag, oktober 12, 2008

Dikke fuk, en dat op een glijbaan

Met pretparken is het een kwestie van opvoeden. Als je de liefde voor glijbaan, waterpret en achtbaan er vroeg in ramt, heb je goede kans een pretfan voor het leven te creëren.

Zo’n opvoeding heb ik niet gehad. Meer het omgekeerde van bovenstaande methode en de gevolgen zijn navenant geweest: ik heb zelden een pretpark bezocht en betrap mezelf nooit op de onbedwingbare behoefte aan een Pegasus of Goliath.

Mijn pretparkbezoeken, of wat daar voor doorging: in groep 4 naar Duinezathe in Appelscha, waar een sloom treintje (De Rups) als spectaculair hoogtepunt door een enorme appel gaat, en rond mijn achtste een keer naar Slagharen met voetbal.

Daar gingen we na een patatje met zijn allen in een wit apparaat dat heel snel ronddraaide, waarbij je ook min of meer over de kop ging. Toen de centrifuge tot stilstand kwam, voorzag Dave het hele ding al kotsend van een kleurtje.

Zomaar een herinnering.

Gisteren heb ik de draad weer opgepakt. Met zijn vieren waren we een dag in Duinrell, een plaats die voor doorgewinterde pretparkers doorgaat als leuk beginnetje. Als aardig opstapje naar het echte werk. Ook geschikt voor de beginnende pretparkbezoeker.

Dat was dus prima voor mij. Want dingen die heel hard van boven naar beneden gaan of die met hoge snelheid ronddraaien, ik heb er niet zoveel mee. Je hoort me niet zeggen dat zo’n groot apparaat me niks doet, maar dat is soms nou juist het probleem.

Voorbeeld. We staan met zijn vieren onderaan een hoog ding waar je vanaf moet glijden terwijl je zit op een rood plastic ding. Het ziet er leuk uit. Beneden krijg je gegarandeerd een natte reet, maar hé, de zon schijnt. Lachen.

Maar dan zit je daarboven op dat stuk plastic, op pakweg vijftien meter van de grond en dertig centimeter van de rand, en dan zie je potverdomme de baan niet eens, zo steil gaat het naar beneden. Dikke fuk.

Eenmaal bijna beneden is het mooi glijden over een laagje water, maar die anderhalve seconde nadat je over het randje kukelde, pfff.

Uiteindelijk was het een mooie dag met tal van attracties die prima te doen waren. Maar de absolute hoogtepunten beleefde ik passief. Zo was er bij dezelfde glijbaan als hierboven een jong meisje – ze zal een jaar of vijf zijn geweest. Tijdens de eerste meters zag ik in haar ogen ware doodsangst.

Ik kon me er van alles bij voorstellen. En ik moest er hard om lachen.

(de foto is van Brigitte Bardot, in die tijd ook een attractie.)

zondag, oktober 05, 2008

Buiten wonen met Theo Janssen

Vandaag is een bijzondere dag. Voor één keer ben ik een hele dag Utrecht-hoolie. We gaan naar FC Utrecht – FC Twente: vroeg naar het stadion, hopelijk niet te veel zitten op onze stoelen in vak X en de voetbalsupporter uithangen.

Dat betekent natuurlijk dat we zoveel mogelijk zullen meezingen met de collega-hoolies. We zullen boe roepen als er boe moet worden geroepen en wegwerp gebaren als er wegwerp moet worden gebaard. Middelvingers laten we achterwege.

Jasper is van plan tussen Jenine en Janne te gaan zitten en zo de kans op twee seconden air time bij Studio Sport significant te vergroten. Ik vraag me af welke schoenen mijn voeten het warmst en droogst houden.

Ik mag vandaag dan Utrecht-fan zijn, ik let ook speciaal op een speler van FC Twente: Theo Janssen, 27 jaar oud en zo ongeveer zijn hele leven Vitesse-speler, tot hij deze zomer een vierjarig contract tekende bij FC Twente.

Zijn hele carrière al wordt Theo Janssen afwisselend opgehemeld en uitgekotst. De complimenten: ziet het spel en mooi linkerbeen. De klachten, zoals kort en bondig opgesomd in zijn Wiki-entry: hij rookte, hij zou te dik zijn, en zijn inzet zou ondermaats zijn.

Theo Janssen is een bijzonder kind, en dat is ie.

Feit is dat het karakter van Theo Janssen zijn carrière kleur geeft. Dat kwam prachtig naar voren in één van de mooiste boeken die ik ooit las. In Je hebt het niet van mij beschrijft Marcel van Roosmalen een jaar lang Vitesse. Het boek is een opeenvolging van bizarre voorvallen.

Voorbeeld: de schrijver maakt duidelijk dat je uit auto's moet blijven waar speler Yakubu achter het stuur zit. Yakubu rijdt namelijk altijd 80 km/u: op de snelweg speert iedereen hem voorbij, binnen de bebouwde kom niet.

Zo staan in Je hebt het niet van mij ook een paar prachtige passages over Theo Janssen. Zoals over zijn aanstaande vaderschap. De schrijver vraagt: Mag je thuis nog roken nu je vriendin zwanger is? Theo: Waaat? Wat zeg je nu weer? Marcel: Of je thuis nog mag roken? Theo: Ja, hèhè. Anders gaat ze maar buiten wonen.

In mijn favoriete citaat heeft Janssen het over een van zijn hobby’s, paardrijden. Ik doe het zonder zadel. Harstikke leuk, een beetje rennen met zo'n dier. Hoe ik mijn paard noem? Nou gewoon, 'Paard'.

Tegen de Volkskrant zei Theo Janssen aan het begin van het seizoen: Er is een beeld van mij geschetst dat telkens wordt benadrukt. Het wordt tijd er een streep onder te zetten. Wat anderen van mij vinden, doet me niets. Het zijn meningen van mensen die nooit op hoog niveau hebben gespeeld.

Vandaag ga ik naar de Galgenwaard. Als ik mijn handschoenen niet draag dan hoor je me klappen voor FC Utrecht. Maar ik let op Theo Janssen. Van FC Twente.

.

zaterdag, oktober 04, 2008

Voer voor de biograaf van Rintje

Nou schreef ik een paar dagen geleden ter illustratie van een ander stukje over het hondje van Rintje Ritsma. Dat hondje heet Bef, zo meldde ik.

Nu blijkt dat er iets aan de hand is met dat hondje van Rintje Ritsma. Nou ja, niet zozeer met het hondje zelf, maar met zijn of haar naam. Het hondje heet namelijk niet Bef, maar Suske.

Bef/Suske verscheen in het nieuws bij de gelegenheid dat Ritsma zijn afscheid aankondigde. Om de pers een fotomomentje te gunnen schaatste hij op skeelers een paar rondjes over een baan in Biddinghuizen. Bef/Suske rende met hem mee over het asfalt en dat leverde leuke plaatjes op, die daags erop dan ook in alle media verschenen.

Het hondje op die foto’s heette Bef, zo vermeldden de bijschriften.

Maar dat blijkt dus bezijden de waarheid. Recordkampioen Rintje nóémt het beestje weliswaar Bef, het ding heet Suske. Dat bezwoer althans de vriendin van Ritsma in de coulissen van het persmoment.

Een paar dagen later schreef de Volkskrant dat Ritsma heus ook wel wist dat het hondje Suske heet, zo had hij verklapt. Om er luid de door hem gehanteerde naam op te laten volgen, wetende dat zijn vriendin hem gegeneerd zou corrigeren, schrijft de Volkskrant.

Dus, daar heb je het. Bef heet Suske maar Ritsma noemt hem Bef.

Ik vind dat alles nogal intrigerend. Het laat ruimte voor legio associaties, tal van vragen onbeantwoord.

Wie is eigenlijk die Marit, de vriendin van Ritsma? Wie stelde voor een hondje te nemen? Wat is er in vredesnaam met Bef/Suske voorgevallen? En vooral: waarom stopt Rintje Ritsma echt met schaatsen?

Daar moet de biograaf van Ritsma nog maar eens induiken. Regenjas aan, fansels.
.