vrijdag, januari 25, 2008

Mijn grote vriend Popo

Goed, ik had dus een pukkel. En laat me één ding duidelijk maken: het was niet zomaar een pukkel. Oh nee.

Mijn prachtige Oxford Advanced Learner’s Dictionary zegt dat connotatie staat voor ‘an idea suggested by a word in addition to its main meaning’, en vanuit die wetenschap is het wellicht verstandig mijn pukkel Popocatepetl te noemen, u weet wel, die vulkaan.

Mijn pukkel is inmiddels niet meer actief, maar hij had evenals zijn lavaspuwende naamgenoot steile flanken en een borrelende, kokende, ja kolkende krater aan de top.

Dat klinkt allemaal nogal onsmakelijk inderdaad, maar zo was het nou eenmaal, in de geschiedenis die mijn pukkel is. Het ding zat daar, je zag hem zitten, je voelde hem rommelen, wist dat hij kon gaan uitbarsten, maar kon geen kant op. Onderaan de helling ging het leven gewoon door.

Ik zat er best wel mee, met die pukkel van me. Buiten kon ik me zo niet vertonen. Ik zou worden nagestaard en nagewezen, tot de door bezorgde burgers gealarmeerde milieupolitie met in quarantaine zou plaatsen. Zoveel had ik nou ook weer niet over voor een schepje frisse lucht.

Maar terwijl Popocatepetl stevig doorborrelde en niet alleen mijn bovenlaag maar ook mijn atmosfeer steeds verder aantastte, kwam het moment dat ik voor een afspraak de deur uit moest. De situatie overpeinzend bedacht ik me, gezeten tegen de noordflank, ineens een levensles: van je zwakte moet je je kracht maken!

Dat hoor je wel eens zeggen. Wend je zwakke punt zo aan, dat je er garen bij spint. Sommigen zijn er heel bedreven in. Neem Rita Verdonk, die haar onvermogen een gecompliceerde zin te formuleren verkoopt als rechtdoorzee, of Jochem Myjer, die bijna het tv-moment van 2007 werd omdat hij een paar versnellingen hoger kan dan over het algemeen wordt gewaardeerd. Of neem alle darters.

Dat moest ik dus ook doen, voor mijn afspraak, zorgen dat Popo mijn kracht werd. Geen sinecure, kan ik vertellen. Gelukkig bleek de mission impossible ook een mission unnecessary.

Want zoals dat met die dingen gaat, was Popo in mijn beleving groter geworden dan in werkelijkheid. Ik kon gewoon door de deur en over straat, en de afspraak verliep geruisloos. Het woord werd niet tot Poco gericht.

Geen opmerkingen: