Nog even over de kerstdagen. Wat daar altijd wel leuk aan is, of was: het stappen. Op stap. De kroeg in, drinken en dansen (altijd in die volgorde).
Op stap is sowieso een aardige bezigheid, maar met kerst extra leuk omdat je nog eens iemand ontmoet die je een tijd niet hebt gezien. Die is dan ook voor de kerstdagen Heimatwaarts gegaan, en blij dat het tijd werd om de kroeg in, omdat met pa en ma alle losse eindjes wel zo’n beetje aan elkaar zijn geknoopt.
Nou ja, dat was dus altijd leuk, op stap met kerst, tot dit jaar. Op zich waren de ingrediënten voor een geslaagde stapavond aanwezig. Het was – zoals gezegd – kerst, er was een band, en de avond ervoor was de uitspanning nog een op de kaart gezet door een heus fenomeen, Afonso Alves, doelpuntenmaker van professie.
Die was dus zomaar ineens in de Treemter, op eerste kerstdag. Een Braziliaan in een Grouster kroeg, dat is al wat, maar de Braziliaanse topschutter van de eredivisie, dat is toch echt wel wat.
En dus slepen de golddiggers de hakken, wreven de kleine meisjes zich de ogen uit, en ging René voor hem staan om eens lekker hard CAMBUUR LEEUWARDUUH!! in zijn korte hoek te schreeuwen.
Is echt waar, heeft René mij zelf verteld. Later stond ie ook nog met Alves bij de pisbakken. Hadden ze elkaar eens aangekeken. Ik had natuurlijk even een foto moeten maken, aldus René, dan had ik ‘m kunnen laten zien dat de mijne groter is.
Maar goed, dat was dus de avond ervoor. Tijdens onze avond was René eigenlijk de enige bekende in de hele toko. Dat klinkt een beetje sneu en dat was het ook.
Daar stonden we dan, helemaal voorbereid, klaar om bij te praten. Tevergeefs.
maandag, december 31, 2007
donderdag, december 27, 2007
Vrede op aarde, en eet eens door
De kerstdagen, dat zijn niet de makkelijkste dagen van het jaar. Je hoort er ook altijd veel mensen over zeuren. Dat ze geen zin hebben in de kerstdagen, niet in al het eten en niet in al die familie.
Ze vallen rond de kortste dag van het jaar, maar voor veel mensen komt aan de kerstdagen geen einde.
Ik heb aan alle kanten leuke familie, maar ik heb het ook, dat de kerstdagen niet de makkelijkste zijn. Het is ook niet moeilijk dagen te bedenken die leuker zijn. 21 februari bijvoorbeeld, of 1 juli, of de hele maand augustus.
Over de kerstdagen hangt altijd een soort deken. Je mag niet zoveel, want er moet gezellig en warmpjes bij de familie worden gezeten. Lekker bijpraten, rapporten laten zien (vroeger), vragen naar rapporten (nu) en vooral heel veel eten. Dat is gezellig en knus, want buiten ligt een meter sneeuw en het vriest dat het kraakt.
Dat het door een opwarmende aarde buiten helemaal niet koud koud koud is, en je dus eigenlijk wel zin krijgt in een potje kersttennis, dat is jammer maar helaas. Op je kont zitten zul je. Wie wil er nog een stukje?
Maar mij hoor je niet klagen, hoor. Het hoort er nu eenmaal allemaal bij, bij het herdenken van de geboorte van het kindeke Jezus. Vrede op aarde, blijf zitten, maak eens een wandeling, en eet eens door.
Klagen doe ik volgend jaar wel, als die kontzittende kerstdagen er weer af moeten.
Ze vallen rond de kortste dag van het jaar, maar voor veel mensen komt aan de kerstdagen geen einde.
Ik heb aan alle kanten leuke familie, maar ik heb het ook, dat de kerstdagen niet de makkelijkste zijn. Het is ook niet moeilijk dagen te bedenken die leuker zijn. 21 februari bijvoorbeeld, of 1 juli, of de hele maand augustus.
Over de kerstdagen hangt altijd een soort deken. Je mag niet zoveel, want er moet gezellig en warmpjes bij de familie worden gezeten. Lekker bijpraten, rapporten laten zien (vroeger), vragen naar rapporten (nu) en vooral heel veel eten. Dat is gezellig en knus, want buiten ligt een meter sneeuw en het vriest dat het kraakt.
Dat het door een opwarmende aarde buiten helemaal niet koud koud koud is, en je dus eigenlijk wel zin krijgt in een potje kersttennis, dat is jammer maar helaas. Op je kont zitten zul je. Wie wil er nog een stukje?
Maar mij hoor je niet klagen, hoor. Het hoort er nu eenmaal allemaal bij, bij het herdenken van de geboorte van het kindeke Jezus. Vrede op aarde, blijf zitten, maak eens een wandeling, en eet eens door.
Klagen doe ik volgend jaar wel, als die kontzittende kerstdagen er weer af moeten.
vrijdag, december 21, 2007
Hij is me er eentje, meer dan ooit
Herman Finkers was altijd gewoon de grappenmaker. Dat nuchtere Twentse accent, die aanstekelijke twinkeling in de ogen, en dan maar woordgrappen maken of een onverwachte draai geven aan een situatiebeschrijving. Ja, hij was mij er eentje.
Die Herman Finkers bestaat niet meer, is voorgoed verdwenen. Oké, ergens in Herman Finkers zit nog steeds die man die al die fijne melige grappen kan bedenken, maar op het podium zie je hem nog maar zelden.
Zeven jaar geleden besloot Herman Finkers te stoppen met optreden. Hij had er genoeg van. Er belden mensen en die vroegen naar mij. Ze bleven maar terugbellen. Ik zei: zeg maar dat ik bezig ben met een boek, en dat ik het de komende twee jaar niet uit heb.
In die periode kreeg Finkers kanker en strandde een heel stel vriendschappen. Nu staat hij weer in de theaters, met Na de pauze, dat tot juni volgend jaar stijf is uitverkocht.
Het is een prachtige voorstelling, waarin Finkers boven alles ontzettend zichzelf is. Hij vertelt wat hij wil zeggen, niet omdat het grappig is, maar omdat hij het gezegd wil hebben. Over zijn ziekte bijvoorbeeld, of over zijn vrouw of het geloof.
Daarbij valt er heus ook nog genoeg te lachen. We zaten schaatsen te kijken en ik zei tegen mijn vrouw: ‘Ik schaats sneller dan Gerrit Hulzebosch.’ Ze vroeg daarop: ‘Bedoel je niet dat je sneller schaatst dan Erik Hulzebosch?’ Waarop ik zei: ‘Nee, ik bedoel Gerrit. Erik gaat me veel te hard’.
Ik kwam een keer thuis terwijl mijn vrouw worteltjestaart aan het bakken was. Ja, wij eten ook als konijnen.
Een voorbeeld: we gaan naar de film. ‘Wat vond je van de film’, vraag ik haar na afloop. ‘Ik vond hem goed’, antwoordt ze. ‘Oké’, zeg ik, ‘maar in wat voor zin vond je hem goed dan?’ En dan zegt zij: ‘In positieve zin’.
Dat zit er dus nog steeds in. Maar het mooie is: door Na de pauze kom je er achter dat Herman Finkers in de pauze zichzelf vond.
Die Herman Finkers bestaat niet meer, is voorgoed verdwenen. Oké, ergens in Herman Finkers zit nog steeds die man die al die fijne melige grappen kan bedenken, maar op het podium zie je hem nog maar zelden.
Zeven jaar geleden besloot Herman Finkers te stoppen met optreden. Hij had er genoeg van. Er belden mensen en die vroegen naar mij. Ze bleven maar terugbellen. Ik zei: zeg maar dat ik bezig ben met een boek, en dat ik het de komende twee jaar niet uit heb.
In die periode kreeg Finkers kanker en strandde een heel stel vriendschappen. Nu staat hij weer in de theaters, met Na de pauze, dat tot juni volgend jaar stijf is uitverkocht.
Het is een prachtige voorstelling, waarin Finkers boven alles ontzettend zichzelf is. Hij vertelt wat hij wil zeggen, niet omdat het grappig is, maar omdat hij het gezegd wil hebben. Over zijn ziekte bijvoorbeeld, of over zijn vrouw of het geloof.
Daarbij valt er heus ook nog genoeg te lachen. We zaten schaatsen te kijken en ik zei tegen mijn vrouw: ‘Ik schaats sneller dan Gerrit Hulzebosch.’ Ze vroeg daarop: ‘Bedoel je niet dat je sneller schaatst dan Erik Hulzebosch?’ Waarop ik zei: ‘Nee, ik bedoel Gerrit. Erik gaat me veel te hard’.
Ik kwam een keer thuis terwijl mijn vrouw worteltjestaart aan het bakken was. Ja, wij eten ook als konijnen.
Een voorbeeld: we gaan naar de film. ‘Wat vond je van de film’, vraag ik haar na afloop. ‘Ik vond hem goed’, antwoordt ze. ‘Oké’, zeg ik, ‘maar in wat voor zin vond je hem goed dan?’ En dan zegt zij: ‘In positieve zin’.
Dat zit er dus nog steeds in. Maar het mooie is: door Na de pauze kom je er achter dat Herman Finkers in de pauze zichzelf vond.
Leave me, tender
Ze zijn een beetje raar in hun hoofd geworden bij de voetbalclubs. Er moet meer geld worden binnengehaald, vooral door competitieduels uit te smeren over het weekeinde, zodat we ze achter elkaar via betaaltelevisie kunnen bekijken.
Daar is vraag naar, zeggen de clubs, en bovendien: in andere Europese landen wordt veel meer verdiend met live voetbal.
Dat vind ik altijd wel een goeie. Zouden die mannetjes nou echt niet zien dat onze competitie een lachertje is vergeleken met zo’n beetje alle andere landen in Europa? In Engeland, Duitsland, Spanje, Italië, Portugal en Frankrijk wordt veel mooier, sneller en spectaculairder voetbal gespeeld. Dat hoef ik al niet live te zien, laat staan dat ik wil betalen voor de ellende in onze eigen eredivisie.
Vergelijk het met dieren: gaat het om een leeuw op jacht of een uitgebroken gorilla, dan wil ik dat wel zien, maar toont het scherm slechts voor zich uit starende Hollandse koeien in oneindig graasland, dan haak ik af.
In feite zijn we al verloren. De clubs hebben een marketingmeneer ingehuurd, en die is met een plan gekomen – dat heet dan een tender. Deze tender gaat onder de hamer, zodat vanaf september 2008 iedereen de sigaar is.
De kijkers, omdat de samenvattingen op zondag pas om acht uur beginnen (en misschien ook worden ingekort), en de seizoenkaarthouders, die op de meest vreemde dagen en tijden worden geacht in het stadion te zitten.
De meneer die de tender presenteerde had het laten onderzoeken: heel veel Nederlanders vinden het leuk om naar voetbal te kijken. Die mensen heeft hij straks dus allemaal te pakken.
Daar is vraag naar, zeggen de clubs, en bovendien: in andere Europese landen wordt veel meer verdiend met live voetbal.
Dat vind ik altijd wel een goeie. Zouden die mannetjes nou echt niet zien dat onze competitie een lachertje is vergeleken met zo’n beetje alle andere landen in Europa? In Engeland, Duitsland, Spanje, Italië, Portugal en Frankrijk wordt veel mooier, sneller en spectaculairder voetbal gespeeld. Dat hoef ik al niet live te zien, laat staan dat ik wil betalen voor de ellende in onze eigen eredivisie.
Vergelijk het met dieren: gaat het om een leeuw op jacht of een uitgebroken gorilla, dan wil ik dat wel zien, maar toont het scherm slechts voor zich uit starende Hollandse koeien in oneindig graasland, dan haak ik af.
In feite zijn we al verloren. De clubs hebben een marketingmeneer ingehuurd, en die is met een plan gekomen – dat heet dan een tender. Deze tender gaat onder de hamer, zodat vanaf september 2008 iedereen de sigaar is.
De kijkers, omdat de samenvattingen op zondag pas om acht uur beginnen (en misschien ook worden ingekort), en de seizoenkaarthouders, die op de meest vreemde dagen en tijden worden geacht in het stadion te zitten.
De meneer die de tender presenteerde had het laten onderzoeken: heel veel Nederlanders vinden het leuk om naar voetbal te kijken. Die mensen heeft hij straks dus allemaal te pakken.
Herfst in Nieuwegein, rocken in Tivoli
Geen idee hoeveel volgelingen hij heeft, maar dat Spinvis volgelingen heeft, lijkt me zeker. De man maakt muziek die aanzet tot een soort religieuze beleving. Klanken die je optillen en meenemen, teksten die anders zijn dan je ooit hoorde.
En de wolken gaan voorbij. Vaarwel, vaarwel. Ik hoop maar dat er roze koeken zijn.
Dinsdagavond trad Spinvis op in Tivoli, en toen bleek zijn repertoire zich ook te lenen voor stevig rocken. Dat had ik niet verwacht.
Mijn beeld bij de muziek van Spinvis is een geniale huisvader op een zolderkamer, die prachtige teksten en klanken laat samensmelten tot meesterlijke liedjes. Ik zag bij Spinvis een liedjesgrootmeester, geen muzikant.
Maar dat is ie dus wel. Het leek Spinvis zelf ook te verbazen. Alsof hij er aan moest wennen dat zijn repertoire strak, stevig en dwingend dansbaar werd uitgevoerd. Een Jeroen Pauwesque glimlach was het resultaat.
Een mooi moment was die ene inleiding naar een volgend nummer. Het ging over een plaats, een plaats waar allerlei suffe dingen zijn. Er is een C1000 en een Action, en het heet Nieuwegein.
De wind verzamelt stemmen en papier. Herfst en Nieuwegein. Een auto en een man en een rivier. Vanaf hier is alles wat het lijkt. De kaart waarop hij kijkt. De sneltram en het kruispunt. En het zwembad. U bevindt zich hier.
Herfst en Nieuwegein werd gespeeld, en iedereen was blij dat ie in Utrecht was. Spinvis ook.
En de wolken gaan voorbij. Vaarwel, vaarwel. Ik hoop maar dat er roze koeken zijn.
Dinsdagavond trad Spinvis op in Tivoli, en toen bleek zijn repertoire zich ook te lenen voor stevig rocken. Dat had ik niet verwacht.
Mijn beeld bij de muziek van Spinvis is een geniale huisvader op een zolderkamer, die prachtige teksten en klanken laat samensmelten tot meesterlijke liedjes. Ik zag bij Spinvis een liedjesgrootmeester, geen muzikant.
Maar dat is ie dus wel. Het leek Spinvis zelf ook te verbazen. Alsof hij er aan moest wennen dat zijn repertoire strak, stevig en dwingend dansbaar werd uitgevoerd. Een Jeroen Pauwesque glimlach was het resultaat.
Een mooi moment was die ene inleiding naar een volgend nummer. Het ging over een plaats, een plaats waar allerlei suffe dingen zijn. Er is een C1000 en een Action, en het heet Nieuwegein.
De wind verzamelt stemmen en papier. Herfst en Nieuwegein. Een auto en een man en een rivier. Vanaf hier is alles wat het lijkt. De kaart waarop hij kijkt. De sneltram en het kruispunt. En het zwembad. U bevindt zich hier.
Herfst en Nieuwegein werd gespeeld, en iedereen was blij dat ie in Utrecht was. Spinvis ook.
Een heldere formule
Er zijn sinds vorige week nogal wat politici die zich de populairste van het land mogen noemen. Verschillende media organiseerden een verkiezing, en iedere verkiezing leverde een andere winnaar op. Dat zegt vast ook wel weer iets, maar dat terzijde.
Het meest opvallend vond ik de voorkeur van het kijkerspanel van EénVandaag. Of eigenlijk was niet eens zozeer de uitslag (Rita Verdonk) opvallend, als wel de bijbehorende argumentatie dat Rita ‘zo helder formuleert’.
In mijn beleving formuleert Rita helemaal niet helder. Tuurlijk, ze zegt alles even daadkrachtig en recht-door-zee, maar wat ze precies vindt, daar kom ik nooit achter.
Een pratende Verdonk, dat is een staccato tsunami van slagzinnen. Een gevoel – trots op Nederland! – wordt overgebracht, maar helder formuleren is wat anders, toch?
Ik kan het natuurlijk mis hebben. Misschien serveert Rita inderdaad klare taal, en weet je door haar koersvaste uitspraken altijd precies wat je aan haar hebt. Om daar achter te komen, ben ik op zoek gegaan naar Ritaten, citaten van Rita.
Een hele serie Ritaten was beschikbaar bij Netwerk. Toen Rita half september uit de VVD werd geknikkerd, sprak het tv-programma met haar, ook over haar beleid. Uit dit interview moet toch blijken waar Rita ‘zo helder formuleert’ Verdonk voor staat.
Het ging eerst over haar plannen in het parlement. Ik ga daar eerst eens beginnen. Ik zit daar alleen, op een zeteltje in de Kamer. Ik weet nog geeneens waar het zeteltje is. Dat ga ik eerst op poten zetten. Dan zien we ondertussen wel wat er in het land gebeurt. En dan ga ik daar op inspelen.
Vervolgens kreeg ze de vraag voorgelegd waar haar beleid zich op ging richten. Files. Ik ben geen minister, maar was ik maar minister, dan waren we al een eind verder met die files oplossen.
U heeft daar uitgesproken ideeën over?, vroeg de interviewer. Ik heb daar uitgesproken ideeën over. Ik heb ook over onderwijs zo langzamerhand uitgesproken ideeën.
Nou ja, en zo verder.
Conclusie: het kijkerspanel van EénVandaag heeft groot gelijk. Rita Verdonk formuleert glashelder. Andere politici doen altijd zo ingewikkeld. Die denken bij de vraag of ze nog ideeën hebben altijd dat we die ideeën dan ook willen horen. Rita beantwoordt tenminste de vraag. Ja hoor, ideeën zat. Wel zo helder.
Het meest opvallend vond ik de voorkeur van het kijkerspanel van EénVandaag. Of eigenlijk was niet eens zozeer de uitslag (Rita Verdonk) opvallend, als wel de bijbehorende argumentatie dat Rita ‘zo helder formuleert’.
In mijn beleving formuleert Rita helemaal niet helder. Tuurlijk, ze zegt alles even daadkrachtig en recht-door-zee, maar wat ze precies vindt, daar kom ik nooit achter.
Een pratende Verdonk, dat is een staccato tsunami van slagzinnen. Een gevoel – trots op Nederland! – wordt overgebracht, maar helder formuleren is wat anders, toch?
Ik kan het natuurlijk mis hebben. Misschien serveert Rita inderdaad klare taal, en weet je door haar koersvaste uitspraken altijd precies wat je aan haar hebt. Om daar achter te komen, ben ik op zoek gegaan naar Ritaten, citaten van Rita.
Een hele serie Ritaten was beschikbaar bij Netwerk. Toen Rita half september uit de VVD werd geknikkerd, sprak het tv-programma met haar, ook over haar beleid. Uit dit interview moet toch blijken waar Rita ‘zo helder formuleert’ Verdonk voor staat.
Het ging eerst over haar plannen in het parlement. Ik ga daar eerst eens beginnen. Ik zit daar alleen, op een zeteltje in de Kamer. Ik weet nog geeneens waar het zeteltje is. Dat ga ik eerst op poten zetten. Dan zien we ondertussen wel wat er in het land gebeurt. En dan ga ik daar op inspelen.
Vervolgens kreeg ze de vraag voorgelegd waar haar beleid zich op ging richten. Files. Ik ben geen minister, maar was ik maar minister, dan waren we al een eind verder met die files oplossen.
U heeft daar uitgesproken ideeën over?, vroeg de interviewer. Ik heb daar uitgesproken ideeën over. Ik heb ook over onderwijs zo langzamerhand uitgesproken ideeën.
Nou ja, en zo verder.
Conclusie: het kijkerspanel van EénVandaag heeft groot gelijk. Rita Verdonk formuleert glashelder. Andere politici doen altijd zo ingewikkeld. Die denken bij de vraag of ze nog ideeën hebben altijd dat we die ideeën dan ook willen horen. Rita beantwoordt tenminste de vraag. Ja hoor, ideeën zat. Wel zo helder.
maandag, december 17, 2007
Ik, antimuurroller
Een week is het nu. Een week ons eigen keuken om te koken, een week ons eigen douche om te douchen, een week ons eigen plee om te poepen.
Vooral dat laatste is natuurlijk prettig, maar het is allemaal ook wennen. Na geruime tijd de voorzieningen te hebben gedeeld met iemand waar je verder niets mee deelt, ben ik uit gewoonte nog steeds een beetje op mijn hoede. De symptomen: ‘zachtjes aan doen’ en ‘het aanrecht aan de kant’.
Schijnt allemaal vanzelf te genezen. Nog even poetsen en dan is alles weer zijn gebruikelijke wanorde.
Maar terug naar het toilet. Met de verhuizing is meteen ook de koude oorlog binnen dat territorium verleden tijd. Al die tijd werd er in de Adriaan Mulderstraat gestreden om de rol. Dat wil zeggen: de rolrichting.
De stoelgang is als het leven; fijne en minder fijne momenten wisselen elkaar af, en aan het eind sta je er alleen voor. De centrale vraag daarbij is: ben je een muurroller of niet?
Ik ben duidelijk geen muurroller, terwijl mijn voormalige huisgenote een fervent muurroller bleek. Een stille strijd rolde uit dat gegeven voort. Zonder er ooit een woord met elkaar over te wisselen, veranderden wij de werkelijkheid aan het front keer op keer in eigen voordeel.
Het was een interessant gevecht, dat zeker, waarbij klein succesjes steevast werden afgewisseld met even kleine nederlagen. Steeds weer werden de rollen omgedraaid, zou je kunnen zeggen.
Destijds vond ik het maar irritant allemaal, maar nu de dampende strijd is gestaakt, merk ik pas hoezeer het mijn leven geur gaf. Het hield me scherp in tijden van nood, en voegde iets toe aan mijn persoonlijkheid. Ik, antimuurroller.
Vooral dat laatste is natuurlijk prettig, maar het is allemaal ook wennen. Na geruime tijd de voorzieningen te hebben gedeeld met iemand waar je verder niets mee deelt, ben ik uit gewoonte nog steeds een beetje op mijn hoede. De symptomen: ‘zachtjes aan doen’ en ‘het aanrecht aan de kant’.
Schijnt allemaal vanzelf te genezen. Nog even poetsen en dan is alles weer zijn gebruikelijke wanorde.
Maar terug naar het toilet. Met de verhuizing is meteen ook de koude oorlog binnen dat territorium verleden tijd. Al die tijd werd er in de Adriaan Mulderstraat gestreden om de rol. Dat wil zeggen: de rolrichting.
De stoelgang is als het leven; fijne en minder fijne momenten wisselen elkaar af, en aan het eind sta je er alleen voor. De centrale vraag daarbij is: ben je een muurroller of niet?
Ik ben duidelijk geen muurroller, terwijl mijn voormalige huisgenote een fervent muurroller bleek. Een stille strijd rolde uit dat gegeven voort. Zonder er ooit een woord met elkaar over te wisselen, veranderden wij de werkelijkheid aan het front keer op keer in eigen voordeel.
Het was een interessant gevecht, dat zeker, waarbij klein succesjes steevast werden afgewisseld met even kleine nederlagen. Steeds weer werden de rollen omgedraaid, zou je kunnen zeggen.
Destijds vond ik het maar irritant allemaal, maar nu de dampende strijd is gestaakt, merk ik pas hoezeer het mijn leven geur gaf. Het hield me scherp in tijden van nood, en voegde iets toe aan mijn persoonlijkheid. Ik, antimuurroller.
donderdag, december 13, 2007
De man met de hamer
Het is logisch, op zich, maar ook raar. Jack de Vries is de nieuwe staatssecretaris van Defensie.
Logisch, omdat Jack de Vries van wanten weet in Den Haag. Het politieke spel is appeltje-eitje voor Jack, die tot voor kort de trouwe rechterhand van onze premier was. Jack op Defensie, dat is even zitten suffen en de rest van de eeuw in Uruzgan zitten. Laat Jack maar schuiven.
Balkenende zat zonder Jack allang weer driehoog-achter op het wetenschappelijk bureau van het CDA. Was het weer eens crisis, dan vroeg Balkenende zich verbaasd af hoe dít nu weer kon gebeuren. Ondertussen regelde Jack dat het goed kwam.
En dan drukte hij ook nog even op de goede mediaknoppen, zodat de vuile was als verse strijk op de mat viel. Wat ik zeg, laat Jack maar schuiven.
Maar het is dus ook raar, omdat Jack de Vries de architect is van de Christendemocratische draaicampagne van 2006. Een jaar lang richtte Jack zich op één ding: Bos moest eraan. En met Bos de PvdA.
Toen Jack aan zijn klus begon was Bos een wonderkind. Oh wat was Wouter toch populair, met zijn papadagen en nieuwe elan. Bij de PvdA gingen ze zelfs op zoek naar een ‘likable flaw’, zodat-ie een beetje menselijk bleef.
Maar toen Jack zijn sloophamer eenmaal neerlegde, was Bos de nationale draaitol en had de PvdA de verkiezingen grandioos verloren.
En nu gaan ze dus innig samenwerken, Jack en Wouter. Dat worden vast gezellige vrijdagmiddagen.
Logisch, omdat Jack de Vries van wanten weet in Den Haag. Het politieke spel is appeltje-eitje voor Jack, die tot voor kort de trouwe rechterhand van onze premier was. Jack op Defensie, dat is even zitten suffen en de rest van de eeuw in Uruzgan zitten. Laat Jack maar schuiven.
Balkenende zat zonder Jack allang weer driehoog-achter op het wetenschappelijk bureau van het CDA. Was het weer eens crisis, dan vroeg Balkenende zich verbaasd af hoe dít nu weer kon gebeuren. Ondertussen regelde Jack dat het goed kwam.
En dan drukte hij ook nog even op de goede mediaknoppen, zodat de vuile was als verse strijk op de mat viel. Wat ik zeg, laat Jack maar schuiven.
Maar het is dus ook raar, omdat Jack de Vries de architect is van de Christendemocratische draaicampagne van 2006. Een jaar lang richtte Jack zich op één ding: Bos moest eraan. En met Bos de PvdA.
Toen Jack aan zijn klus begon was Bos een wonderkind. Oh wat was Wouter toch populair, met zijn papadagen en nieuwe elan. Bij de PvdA gingen ze zelfs op zoek naar een ‘likable flaw’, zodat-ie een beetje menselijk bleef.
Maar toen Jack zijn sloophamer eenmaal neerlegde, was Bos de nationale draaitol en had de PvdA de verkiezingen grandioos verloren.
En nu gaan ze dus innig samenwerken, Jack en Wouter. Dat worden vast gezellige vrijdagmiddagen.
dinsdag, december 11, 2007
Alles, de bank niet meegerekend
Een klein hoezee is gepast: we zitten erin. Het wachten is nog even op internet en – ook niet onhandig – kabeltelevisie, maar voor het overige functioneren de dingen zoals ze zouden moeten: we bewonen een appartementje.
Het weer laat me gewoonlijk koud – let op de subtiele woordspeling – maar vorige week had het non-onderwerp toch even mijn warme belangstelling. Want ja, het was nogal kloteweer en zaterdag gingen we verhuizen. Al je spullen in en uit een kar, dan zit je niet te wachten op horizontale hoosbuien en rampenerende rukwinden.
Maar zie de foto: de oversteek werd begeleid door een symfonie van zonnestralen, alsof Johannes Vermeer ons persoonlijk met een paar subtiele penseelstreken de weg wees. De voorspelde ellende barstte pas weer los toen de hele handel ‘s avonds al lang en breed een plaats op 14 Bis had gevonden.
Daarbij is de bank even niet meegerekend, want die paste niet door de deur. Via de onderburen was een optie, ware het niet dat de Chinese onderbuurvrouw en haar Duitse levensgezel (toeval bestaat niet) niet inpandig waren. Geen bank dus. Maar verder alles.
Het weer laat me gewoonlijk koud – let op de subtiele woordspeling – maar vorige week had het non-onderwerp toch even mijn warme belangstelling. Want ja, het was nogal kloteweer en zaterdag gingen we verhuizen. Al je spullen in en uit een kar, dan zit je niet te wachten op horizontale hoosbuien en rampenerende rukwinden.
Maar zie de foto: de oversteek werd begeleid door een symfonie van zonnestralen, alsof Johannes Vermeer ons persoonlijk met een paar subtiele penseelstreken de weg wees. De voorspelde ellende barstte pas weer los toen de hele handel ‘s avonds al lang en breed een plaats op 14 Bis had gevonden.
Daarbij is de bank even niet meegerekend, want die paste niet door de deur. Via de onderburen was een optie, ware het niet dat de Chinese onderbuurvrouw en haar Duitse levensgezel (toeval bestaat niet) niet inpandig waren. Geen bank dus. Maar verder alles.
donderdag, december 06, 2007
Waar is het alternatief?
Het verhuisgebeuren, we zitten er middenin. Voorlopig verhuizen we vooral per stadsbus en is lijn 3 onze verhuiswagen. Iedere dag verdwijnen er dankzij het GVU spullen uit het oude hokje in een ruimte achter een deurtje van het nieuwe onderkomen.
Al onze inspanningen – het verven, het inpakken, het plannen – richten zich op zaterdag, wanneer alles samenkomt in een groots en orgastisch verhuismoment. Dan gaat het gebeuren, dan gaan we over. Ik vind het een mooi karweitje. De week begon en toen was er nog niks, maar straks is ie voorbij en dan woon je erin. Noem het maar niks.
Ondertussen zijn we al regelmatig bij Ikea geweest. De afgelopen weken al gauw een keer of zes. Op zich niet vreemd: aan de Ikea is moeilijk te ontkomen als je de uitgaven een beetje binnen de perken wilt houden.
Aan de andere kant is het wel vreemd. Want waarom is Ikea de enige – of zoals Dré zou zeggen: enigste – woonboer met een totaalaanbod voor wonen? Waar is het alternatief?
Het is een succesformule, dus je zou zeggen dat het de moeite kan lonen het eens te proberen. Misschien bestaan ze hoor, de kopiekea’s, maar ik ken ze niet.
Succesformules hebben ook altijd een tegenhanger. Aldi heeft Lidl, Freek heeft Youp, en België heeft Luxemburg. Maar die grote blauwgele dozen staan alleen. Raar.
Ondanks, of juist door, het gebrek aan alternatieven zijn de reacties op onze Ikeagangen wisselend. Men noemt het logisch (waar haal je die boel anders allemaal?), maar ook onbegrijpelijk. Zoals Tim zei: Daar gaat toch iedereen heen?
Nou ja, Tim. Een paar zinnen later vertelde hij dat hij van de week bij een antiekzaak een spaarpot had gekocht die precies lijkt op de Bijbel. Dat doet niet iedereen, inderdaad.
Ik kan hem gewoon in de kast zetten, vertelde Tim. Dan is het net of staat Het Boek er. Gisteravond zag ik het ding en ik moet toegeven, het was sprekend de Bijbel. Als je hem openslaat krijg je er weinig voor terug.
Al onze inspanningen – het verven, het inpakken, het plannen – richten zich op zaterdag, wanneer alles samenkomt in een groots en orgastisch verhuismoment. Dan gaat het gebeuren, dan gaan we over. Ik vind het een mooi karweitje. De week begon en toen was er nog niks, maar straks is ie voorbij en dan woon je erin. Noem het maar niks.
Ondertussen zijn we al regelmatig bij Ikea geweest. De afgelopen weken al gauw een keer of zes. Op zich niet vreemd: aan de Ikea is moeilijk te ontkomen als je de uitgaven een beetje binnen de perken wilt houden.
Aan de andere kant is het wel vreemd. Want waarom is Ikea de enige – of zoals Dré zou zeggen: enigste – woonboer met een totaalaanbod voor wonen? Waar is het alternatief?
Het is een succesformule, dus je zou zeggen dat het de moeite kan lonen het eens te proberen. Misschien bestaan ze hoor, de kopiekea’s, maar ik ken ze niet.
Succesformules hebben ook altijd een tegenhanger. Aldi heeft Lidl, Freek heeft Youp, en België heeft Luxemburg. Maar die grote blauwgele dozen staan alleen. Raar.
Ondanks, of juist door, het gebrek aan alternatieven zijn de reacties op onze Ikeagangen wisselend. Men noemt het logisch (waar haal je die boel anders allemaal?), maar ook onbegrijpelijk. Zoals Tim zei: Daar gaat toch iedereen heen?
Nou ja, Tim. Een paar zinnen later vertelde hij dat hij van de week bij een antiekzaak een spaarpot had gekocht die precies lijkt op de Bijbel. Dat doet niet iedereen, inderdaad.
Ik kan hem gewoon in de kast zetten, vertelde Tim. Dan is het net of staat Het Boek er. Gisteravond zag ik het ding en ik moet toegeven, het was sprekend de Bijbel. Als je hem openslaat krijg je er weinig voor terug.
zondag, december 02, 2007
Hét sportmoment van 2007
En opnieuw was er een historische sportgebeurtenis op tv. Ze rijgen zich aaneen. Hadden we vrijdag al Utrecht live tegen Sparta en vanmorgen wereldbekerschaatsen uit Rusland, vanmiddag werd er geloot voor het Europees kampioenschap voetbal, volgende zomer in Oostenrijk en Zwitserland.
Voorheen, vast nog niet heel lang geleden, was dat goed voor een kort bericht over de gevolgen voor Nederland, met daaronder in een schemaatje alle groepsindelingen. Dat stond dan op pagina 24 en je sprak er kort over met de buurvrouw.
Gelukkig gaat dat tegenwoordig anders. De loting krijgt de aandacht die de loting verdient. Ik bedoel, zo’n loting bepaalt toch voor een belangrijk deel het verloop van het toernooi. Eén hotemetoot die een verkeerd balletje uit de vaas grabbelt en je kunt een leuk toernooi op je buik schrijven.
Volkomen terecht daarom dat de NOS de loting live uitzond. Het was in Luzern, en daar was ook Jack van Gelder. We zagen Jack staan naast een meer. Het water was helder, zei Jack, en de bergen aan de horizon gingen in juni de sfeer van het toernooi bepalen.
Het was duidelijk: de grootsheid van de gebeurtenis had zijn uitwerking op Jack niet gemist, en Jack wilde het speciale gevoel in zijn onderbuik graag met ons delen. Vanaf de bank keek ik naar de bergen op het scherm. Die zouden inderdaad best eens een beslissende rol kunnen spelen, volgende zomer.
Daarna was het de beurt aan Jeroen Stekelenburg, die de Nederlandse EK-coaches vroeg naar hun verwachtingen van de loting. Ze vonden het allemaal erg spannend, maar zouden ongeacht het resultaat proberen zo ver mogelijk te komen, vertrouwden ze Jeroen toe.
In de studio in Nederland bespiegelden Tom Egbers en Youri Mulder alvast wat vooraf toen het moment daar was: we gingen live naar Luzern voor de loting! Het begon met violen en ballet. Het besef van het belang van de gebeurtenis groeide thuis met iedere pirouette.
Pure history in the making, dat was het.
Erg mooi was dat de organisatie ondanks het belang van de loting had gezorgd voor een vrolijke noot. Een Oostenrijker praatte het geheel aan elkaar, en deze vermoedelijke komiek sprak Engels met precies hetzelfde accent als Arnold Schwarzenegger. Erg grappig.
Tijdens hét sportmoment van 2007 belandde Nederland uiteindelijk met Italië, Roemenië en Frankrijk in een groep. Onvergetelijke televisie.
Voorheen, vast nog niet heel lang geleden, was dat goed voor een kort bericht over de gevolgen voor Nederland, met daaronder in een schemaatje alle groepsindelingen. Dat stond dan op pagina 24 en je sprak er kort over met de buurvrouw.
Gelukkig gaat dat tegenwoordig anders. De loting krijgt de aandacht die de loting verdient. Ik bedoel, zo’n loting bepaalt toch voor een belangrijk deel het verloop van het toernooi. Eén hotemetoot die een verkeerd balletje uit de vaas grabbelt en je kunt een leuk toernooi op je buik schrijven.
Volkomen terecht daarom dat de NOS de loting live uitzond. Het was in Luzern, en daar was ook Jack van Gelder. We zagen Jack staan naast een meer. Het water was helder, zei Jack, en de bergen aan de horizon gingen in juni de sfeer van het toernooi bepalen.
Het was duidelijk: de grootsheid van de gebeurtenis had zijn uitwerking op Jack niet gemist, en Jack wilde het speciale gevoel in zijn onderbuik graag met ons delen. Vanaf de bank keek ik naar de bergen op het scherm. Die zouden inderdaad best eens een beslissende rol kunnen spelen, volgende zomer.
Daarna was het de beurt aan Jeroen Stekelenburg, die de Nederlandse EK-coaches vroeg naar hun verwachtingen van de loting. Ze vonden het allemaal erg spannend, maar zouden ongeacht het resultaat proberen zo ver mogelijk te komen, vertrouwden ze Jeroen toe.
In de studio in Nederland bespiegelden Tom Egbers en Youri Mulder alvast wat vooraf toen het moment daar was: we gingen live naar Luzern voor de loting! Het begon met violen en ballet. Het besef van het belang van de gebeurtenis groeide thuis met iedere pirouette.
Pure history in the making, dat was het.
Erg mooi was dat de organisatie ondanks het belang van de loting had gezorgd voor een vrolijke noot. Een Oostenrijker praatte het geheel aan elkaar, en deze vermoedelijke komiek sprak Engels met precies hetzelfde accent als Arnold Schwarzenegger. Erg grappig.
Tijdens hét sportmoment van 2007 belandde Nederland uiteindelijk met Italië, Roemenië en Frankrijk in een groep. Onvergetelijke televisie.
zaterdag, december 01, 2007
De Europese stampertjesrichtlijn
Op bepaalde locaties, zoals op terrassen en in lunchrooms, bestel ik wel eens een cola, en als ie dan wordt gebracht dan zit er zo’n stampmachine in. Zo’n ding als op de foto, om citroen mee te martelen, zodat de smaak ervan zich verspreid over je drankje.
Op zich mooi dat ze zo’n ding erbij leveren. Maar wat irritant dat ze altijd op de kop in het glas zitten! Kun je iedere keer met je vingers in de cola zitten hannesen, omdat je anders niks aan de citroen zou hebben. En je wílt wat aan de citroen hebben. Immers, een beetje citroen in de cola is toch de bomdiggie.
Al met al, de Nederlandse horeca dwingt het volk vuile handen te maken.
Janne zei over de onderstebovenstampers dat het ‘in principe wel zo hoort’. Janne heeft ruim een half decennium horeca-ervaring, dus ze weet waar ze het over heeft. Uit haar ‘in principe’ leidde ik overigens af dat zij het ook maar niks vindt. Janne moet natuurlijk ook iedere keer kopje-onder als ze een colaatje heeft besteld.
Ik vind het allemaal wel wat.
Maar wat er aan te doen? Ik bestel geregeld een cola light met citroen en dat is al een hele mond vol. Als ik ook nog vraag of het stampertje (is er eigenlijk een naam voor dat ding?) gelijk in de stamprichting kan worden gepositioneerd, dan wordt het al gauw een monoloog.
En dan zul je vast weer net zien dat er een Europese richtlijn is voor stampertjes in frisdrankglazen. Een richtlijn waar de Nederlandse horeca zich strikt aan houdt.
Op zich mooi dat ze zo’n ding erbij leveren. Maar wat irritant dat ze altijd op de kop in het glas zitten! Kun je iedere keer met je vingers in de cola zitten hannesen, omdat je anders niks aan de citroen zou hebben. En je wílt wat aan de citroen hebben. Immers, een beetje citroen in de cola is toch de bomdiggie.
Al met al, de Nederlandse horeca dwingt het volk vuile handen te maken.
Janne zei over de onderstebovenstampers dat het ‘in principe wel zo hoort’. Janne heeft ruim een half decennium horeca-ervaring, dus ze weet waar ze het over heeft. Uit haar ‘in principe’ leidde ik overigens af dat zij het ook maar niks vindt. Janne moet natuurlijk ook iedere keer kopje-onder als ze een colaatje heeft besteld.
Ik vind het allemaal wel wat.
Maar wat er aan te doen? Ik bestel geregeld een cola light met citroen en dat is al een hele mond vol. Als ik ook nog vraag of het stampertje (is er eigenlijk een naam voor dat ding?) gelijk in de stamprichting kan worden gepositioneerd, dan wordt het al gauw een monoloog.
En dan zul je vast weer net zien dat er een Europese richtlijn is voor stampertjes in frisdrankglazen. Een richtlijn waar de Nederlandse horeca zich strikt aan houdt.
Abonneren op:
Posts (Atom)