vrijdag, december 21, 2007

Hij is me er eentje, meer dan ooit

Herman Finkers was altijd gewoon de grappenmaker. Dat nuchtere Twentse accent, die aanstekelijke twinkeling in de ogen, en dan maar woordgrappen maken of een onverwachte draai geven aan een situatiebeschrijving. Ja, hij was mij er eentje.

Die Herman Finkers bestaat niet meer, is voorgoed verdwenen. Oké, ergens in Herman Finkers zit nog steeds die man die al die fijne melige grappen kan bedenken, maar op het podium zie je hem nog maar zelden.

Zeven jaar geleden besloot Herman Finkers te stoppen met optreden. Hij had er genoeg van. Er belden mensen en die vroegen naar mij. Ze bleven maar terugbellen. Ik zei: zeg maar dat ik bezig ben met een boek, en dat ik het de komende twee jaar niet uit heb.

In die periode kreeg Finkers kanker en strandde een heel stel vriendschappen. Nu staat hij weer in de theaters, met Na de pauze, dat tot juni volgend jaar stijf is uitverkocht.

Het is een prachtige voorstelling, waarin Finkers boven alles ontzettend zichzelf is. Hij vertelt wat hij wil zeggen, niet omdat het grappig is, maar omdat hij het gezegd wil hebben. Over zijn ziekte bijvoorbeeld, of over zijn vrouw of het geloof.

Daarbij valt er heus ook nog genoeg te lachen. We zaten schaatsen te kijken en ik zei tegen mijn vrouw: ‘Ik schaats sneller dan Gerrit Hulzebosch.’ Ze vroeg daarop: ‘Bedoel je niet dat je sneller schaatst dan Erik Hulzebosch?’ Waarop ik zei: ‘Nee, ik bedoel Gerrit. Erik gaat me veel te hard’.

Ik kwam een keer thuis terwijl mijn vrouw worteltjestaart aan het bakken was. Ja, wij eten ook als konijnen.

Een voorbeeld: we gaan naar de film. ‘Wat vond je van de film’, vraag ik haar na afloop. ‘Ik vond hem goed’, antwoordt ze. ‘Oké’, zeg ik, ‘maar in wat voor zin vond je hem goed dan?’ En dan zegt zij: ‘In positieve zin’.


Dat zit er dus nog steeds in. Maar het mooie is: door Na de pauze kom je er achter dat Herman Finkers in de pauze zichzelf vond.

Geen opmerkingen: