Een week is het nu. Een week ons eigen keuken om te koken, een week ons eigen douche om te douchen, een week ons eigen plee om te poepen.
Vooral dat laatste is natuurlijk prettig, maar het is allemaal ook wennen. Na geruime tijd de voorzieningen te hebben gedeeld met iemand waar je verder niets mee deelt, ben ik uit gewoonte nog steeds een beetje op mijn hoede. De symptomen: ‘zachtjes aan doen’ en ‘het aanrecht aan de kant’.
Schijnt allemaal vanzelf te genezen. Nog even poetsen en dan is alles weer zijn gebruikelijke wanorde.
Maar terug naar het toilet. Met de verhuizing is meteen ook de koude oorlog binnen dat territorium verleden tijd. Al die tijd werd er in de Adriaan Mulderstraat gestreden om de rol. Dat wil zeggen: de rolrichting.
De stoelgang is als het leven; fijne en minder fijne momenten wisselen elkaar af, en aan het eind sta je er alleen voor. De centrale vraag daarbij is: ben je een muurroller of niet?
Ik ben duidelijk geen muurroller, terwijl mijn voormalige huisgenote een fervent muurroller bleek. Een stille strijd rolde uit dat gegeven voort. Zonder er ooit een woord met elkaar over te wisselen, veranderden wij de werkelijkheid aan het front keer op keer in eigen voordeel.
Het was een interessant gevecht, dat zeker, waarbij klein succesjes steevast werden afgewisseld met even kleine nederlagen. Steeds weer werden de rollen omgedraaid, zou je kunnen zeggen.
Destijds vond ik het maar irritant allemaal, maar nu de dampende strijd is gestaakt, merk ik pas hoezeer het mijn leven geur gaf. Het hield me scherp in tijden van nood, en voegde iets toe aan mijn persoonlijkheid. Ik, antimuurroller.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Waha! Super mooi.
Antimuurrol is ook veel logischer. Zo kun je veel beter je vingers - exclusief duim - achter het papier krijgen.
hoi rutger
Eerst rollen, dan pas vegen.
Willem
Een reactie posten