donderdag, augustus 09, 2007

Een verhaal over aangebrand vlees

Vandaag is het 62 jaar geleden dat Fat Man op het Japanse Nagasaki werd gegooid. Drie dagen eerder trakteerden de Amerikanen Hiroshima al op Little Boy.

Een hele lading plutonium (2-kiloton) en uranium (15-kiloton) resulteerde in 210.000 doden en ontiegelijk veel gewonden en verminkten.

In de Volkskrant vertelt Joan Veldkamp over de documentaire White Light/Black Rain van de Steven Okazaki. Het is de Japanse Amerikaan gelukt de Japanse schaamtecultuur te doorbreken: veertien overlevenden vertellen over hun herinneringen aan de bombardementen.

Veertien, dat is al heel wat. De verminkte en vaak ook zieke overlevenden worden in Japan al 62 jaar vakkundig buiten samenleving gehouden.

De film maakt duidelijk dat wie dicht bij de plek was waar de bom terechtkwam, verdampte, of ‘gewoon’ verkoolde. Eigenlijk had je dan mazzel, want dan was het in een klap gebeurd.

Voor diegenen die zich wat verder weg bevonden, begon de ellende nog maar net. Een slachtoffer, toen dertien, vertelt dat haar hoofd verwerd tot een zwarte bal. Mijn huid was als aangebrand vlees dat begon te bederven. Uiteindelijk heeft mijn vader de huid van mijn gezicht moeten stropen.

Een ander vertelt: Ik zag verbrande mensen ronddolen waarvan de ogen uit hun kassen hingen en waarvan de huid van hun lichaam droop.

Artsen wisten zich geen raad met de verwondingen. Slachtoffers zaten onder de maden. Hun huid en vlees stierf af en niemand wist wat te doen.

En toen begon ook nog de zwarte regen, donkere druppels vol radioactieve rotzooi.

Geen opmerkingen: