vrijdag, augustus 03, 2007

Bombie mijn lievelingszombie

Ik heb de zomer in mijn bol (wanneer ik het woord bol gebruik in de zin van hoofd, dan denk ik altijd even aan Dre zaliger, bedenker van de geniale tekst: gooi alles van me af en giet me vol. Bravo!).

Maar goed, de zomer in mijn bol. Alles gaat op de automatische piloot. Als een zombie, bedacht ik me zojuist.

Wanneer ik een zombiefilm zie, zoals laatst nog Shaun of the Dead, die best heel grappig is, is er altijd even een moment dat ik best een zombie zou willen zijn. Lekker chillen in de zon, zonder zorgen over straat sjokken en een beetje grommen en gorgelen. Van die geluiden vanachter mijn huig. Grggll. Mjum.

Pluspunt is dat ze je als zombie niks kunnen maken. Uit Braindead herinner ik me dat alleen de ronddraaiende bladen van een motormaaier echt helpen. Maar dat weet bijna niemand. Een gemis is dat je als leven- en gevoelloze zombie niet bij machte bent om van je zombiezijn te genieten. Zou toch zonde zijn, mocht ik het ooit tot zombie schoppen.

Een nog groter gemis is de grote vriendelijke zombie. Waar blijft die? Waarom is daar nog nooit een film over gemaakt? Ik zie het script zo voor me, over een dikke vette zombie die al rondsjokkend door de stad allemaal langdradige avonturen beleeft en heuse mensen tegen het schijtensbenauwde lijf loopt.

Dat ie uit de trein stapt en een ledemaat vergeet. Later haalt ie ‘m op bij de gevonden voorwerpen. Inderdaad, een fijne film zou dat zijn.

Maar tot op heden hebben de zombies het altijd gedaan, zijn ze altijd de bad guy. De filmindustrie mag zich wel eens achter de oren krabben. Nog even en geen zombie wil nog over het witte doek lopen kwijlen.

De enige positief afgeschilderde zombie herinner ik me van een Donald Duck. Daarin kwamen de gebroeders Kwik t/m Kwak met Bombie de Zombie op de proppen. Het zal een oude aflevering van het vrolijke weekblad zijn geweest, want de pikzwarte Bombie droeg alleen een luipaardvelletje en had door zijn neus een enorme gouden ring (in mijn herinnering dan).

Ach ja, good old Bombie. Hij zei geen woord, maar in Duckstad droegen ze hem op handen. Frans Bromet jongen, zoek hem eens op, en maak over Bombie een realitysoap. Of zoiets.

Geen opmerkingen: